Artikel: Procesafspraken in het financieel-economisch strafrecht

Na een rocky start in 2019, door de afwijzing van procesafspraken in de Cymbal-zaak,1 heeft deze figuur sinds 2021 een enorme vlucht genomen en zijn procesafspraken niet meer weg te denken uit de strafrechtpraktijk. Inmiddels zijn er ook de nodige (opvallende) uitspraken en afspraken in zaken binnen het financieel-economisch strafrecht. In deze bijdrage deel ik enkele uitspraken die de laatste twee jaar mijn aandacht hebben getrokken.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Veroordeling BV voor overtreding sanctieregelgeving, rekening gehouden met gemaakte procesafspraken

Rechtbank Amsterdam 28 november 2024, ECLI:NL:RBAMS:2024:8567

In september 2017 verschijnt in dagblad De Gelderlander een artikel over de mogelijke betrokkenheid van Nederlandse bedrijven bij de bouw van de Krimbrug. Deze brug, die Rusland verbindt met het geannexeerde schiereiland de Krim, is door de Europese Unie onder sancties geplaatst, waardoor handel en technische ondersteuning aan dit project verboden zijn. Naar aanleiding van het artikel meldt verdachte BV op 2 november 2017 bij het Openbaar Ministerie dat zij strand jacks met toebehoren heeft geleverd voor de bouw van de Krimbrug. Volgens de melding was de oorspronkelijke bestemming van de levering een brug in Dubna, Rusland. Kort voor de levering werd echter de locatie gewijzigd naar Taman, een stad in de buurt van de Krim.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Wanneer is sprake van (on)toelaatbare druk tijdens de onderhandelingen voor procesafspraken?

Rechtbank Den Haag 24 januari 2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:755

Het Openbaar Ministerie heeft de verdachte in de onderhandelingen over procesafspraken onder ontoelaatbare druk gezet om voorgestelde afspraken te accepteren en afstand te doen van zijn verdedigingsrechten. Dit terwijl de verdachte kwetsbaar is. De druk bestond uit het uitbrengen van een tweede dagvaarding ter zake van witwassen en een strafeis gelijk aan de in de onderhandelingen voorgestelde straf plus een derde daarvan als de voorgestelde afspraken niet door de verdachte zouden worden geaccepteerd. Na het afbreken van de onderhandelingen heeft het Openbaar Ministerie inderdaad een tweede dagvaarding uitgebracht. Als gevolg daarvan valt de strafeis van het Openbaar Ministerie netto hoger uit dan de tijdens de onderhandelingen voorgestelde straf plus een derde daarvan. Volgens de raadsman is dit daarmee een disproportioneel zwaardere straf.

Read More
Print Friendly and PDF ^

In hoger beroep alsnog akkoord op eerder gemaakte procesafspraken: Anders dan de Rb is het hof van oordeel dat de overeengekomen straf niet in redelijke verhouding staat tot de ernst van de zaak

Gerechtshof 's-Hertogenbosch 20 december 2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:208

De verdachte staat terecht voor het medeplegen van de uitvoer van 31 kilogram cocaïne. In hoger beroep honoreert het hof de procesafspraken tussen het OM en de verdediging, waarbij een straf van 33 maanden wordt opgelegd. Dit wijkt af van de rechtbank, die eerder 48 maanden oplegde.

Achtergrond

De verdachte staat terecht voor het medeplegen van de uitvoer van 31 kilogram cocaïne, wat in strijd is met artikel 2 van de Opiumwet. In eerste aanleg veroordeelt de rechtbank hem tot 48 maanden gevangenisstraf. Zowel de verdachte als het Openbaar Ministerie (OM) gaan in hoger beroep, mede vanwege de procesafspraken die in eerste aanleg niet worden gehonoreerd.

Procesafspraken in eerste aanleg

In december 2022 sluiten het OM en de verdediging procesafspraken, waaronder:

  1. Een verlaging van de strafeis van 48 naar 33 maanden gevangenisstraf, onvoorwaardelijk.

  2. Het afzien van verdere strafrechtelijke vervolging van de verdachte in deze zaak.

  3. Het erkennen van de bewezenverklaring door de verdachte, zonder uitgebreide verweren.

De rechtbank wijkt af van deze afspraken en legt een straf op van 48 maanden. Zij oordeelt dat de overeengekomen straf (33 maanden) te mild is in verhouding tot de ernst van het feit.

Procesafspraken in hoger beroep

Het hoger beroep biedt een herbeoordeling van de procesafspraken:

  • Zowel het OM als de verdediging benadrukken dat ook in eenvoudige strafzaken procesafspraken mogelijk moeten zijn om rechtsongelijkheid te voorkomen.

  • De advocaat-generaal en de verdediging pleiten voor een straf van 33 maanden, conform de eerder gemaakte afspraken.

  • Het hof beslist of de straf in redelijke verhouding staat tot de ernst van het delict.

Uitspraak van het hof

Het hof oordeelt dat de procesafspraken redelijk en proportioneel zijn, gezien:

  1. De ernst van het strafbare feit, waarbij de verdachte een beperkte rol vervult als incidentele koerier.

  2. De persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder het ontbreken van een strafblad en de impact van detentie op zijn gezinssituatie.

Het hof legt uiteindelijk een straf op van 33 maanden gevangenisstraf, conform de procesafspraken. De tijd die de verdachte in voorarrest doorbrengt, wordt in mindering gebracht.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^

Het in hoger beroep maken van nieuwe, aanvullende, procesafspraken

Gerechtshof Den Haag 3 december 2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:2389

Het Openbaar Ministerie en de verdediging maakten procesafspraken waarin een straf van 9 maanden gevangenisstraf werd voorgesteld. De rechtbank verwierp deze afspraken, omdat de voorgestelde straf niet in verhouding stond tot de ernst van het bewezenverklaarde feit. De rechtbank veroordeelde de verdachte uiteindelijk tot 24 maanden gevangenisstraf. In hoger beroep zijn nieuwe procesafspraken werden gemaakt. Deze omvatten een gevangenisstraf van 15 maanden (waarvan 288 dagen onvoorwaardelijk) en een geldboete van €25.000. Het hof honoreert deze afspraken grotendeels maar wijkt in het nadeel van de verdachte af door een langere voorwaardelijke straf op te leggen.

Read More
Print Friendly and PDF ^