Procesrechtelijke aspecten van de vordering benadeelde partij in het strafproces: welk wetboek gaat daar eigenlijk over?

In mei 2019 heeft de Hoge Raad een overzichtsarrest gewezen over de vordering benadeelde partij in strafzaken. Hoewel nuttig voor de praktijk waar het de materiële kant van de vordering betreft, roept het arrest juist vragen op als het om procesrechtelijke aspecten gaat. De Hoge Raad verwijst namelijk meermaals naar bepalingen uit het Rv, terwijl de gemiddelde praktijkbeoefenaar er veelal van uitging dat aan dit wetboek helemaal geen relevantie toekomt in strafzaken. Is sprake van een koerswijziging van de Hoge Raad of houdt de Hoge Raad juist koers? En welk wetboek gaat eigenlijk over de procesrechtelijke kant van de vordering benadeelde partij?

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: The EPPO and the pitfalls of actuarial justice

The article offers a critique of the current structure of the EPPO from a victim rights perspective. It observes that the creation of the EPPO revolutionizes the institutional set-up of EU criminal justice by creating a supranational body to address the enforcement gaps identified in the protection of the financial interests of the EU. Unsurprisingly, this breakthrough has met with resistance from the Member States, which have directed their scepticism into the structural, procedural and substantive provisions for this new office.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Vordering benadeelde partij: HR herhaalt overwegingen m.b.t. begroting van proceskosten, taak van strafrechter, ontbreken van motiveringsplicht & te hanteren maatstaf

Hoge Raad 5 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1443

Read More
Print Friendly and PDF ^

Veroordeling voor verduisteringen in dienstbetrekking en diefstallen, benadeelde partijen niet-ontvankelijk omdat niet gebleken is dat BV’s rechtsgeldig waren vertegenwoordigd

Rechtbank Midden-Nederland 9 juli 2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:2985

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan vijf strafbare feiten. De rechtbank kan niet vaststellen dat de vorderingen tot schadevergoeding zijn ingediend door daartoe bevoegde vertegenwoordigers van de benadeelde partijen. In beginsel dient een benadeelde partij de gelegenheid te worden geboden tot herstel van dit gebrek. De rechtbank is echter van oordeel dat het bieden van een herstelmogelijkheid in dit geval een onevenredige belasting van het strafproces oplevert. Het belang van verdachte bij een voortvarende afdoening van de strafzaak weegt hier – gelet op het tijdsverloop tot op heden en gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte – zwaarder dan het belang van de professionele benadeelde partijen in kwestie bij schadeverhaal via de strafzaak.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Is sprake van aantasting in persoon ‘op andere wijze’ a.b.i. art. 6:106 sub b BW, die het gevolg is van bewezenverklaard feit?

Hoge Raad 15 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:889

Het cassatiemiddel klaagt dat het hof in strijd met het bepaalde in artikel 330 van het Wetboek van Strafvordering niet heeft beslist op het verzoek van de verdediging om de benadeelde partij benadeelde op grond van artikel 361 lid 3 Sv niet-ontvankelijk te verklaren in zijn vordering omdat de behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding zou opleveren.

Read More
Print Friendly and PDF ^