OM: arts in euthanasiezaak wel schuldig, maar geen straf

Hoe verhoudt de plicht het kwetsbare leven te beschermen zich tot het recht op zelfbeschikking van wilsonbekwamen? Dat is de kernvraag in de euthanasiezaak die op 26 en 28 augustus op zitting staat. In deze zaak gaat het om euthanasie bij een dementerende patiënte die ten tijde van de uitvoering wilsonbekwaam was maar wel aanspreekbaar.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: De toegang tot het medisch tuchtrecht

In deze bijdrage wordt ingegaan op het medisch tuchtrecht, waar onlangs griffierecht, de tuchtklachtfunctionaris en de kostenveroordeling zijn ingevoerd. Mede in het licht van de in april 2019 van kracht geworden wetswijzigingen wordt nader ingegaan op de toegankelijkheid van het wettelijk tuchtrecht in de gezondheidszorg: komt de toegankelijkheid in gevaar of zijn de recente wetswijzigingen juist positief te waarderen?

Read More
Print Friendly and PDF ^

Vogelvrij na euthanasie

Een huisarts verricht volgens de regels euthanasie en heeft ook twee SCEN-artsen geconsulteerd. Toch stelt het OM na het rapport van de toetsingscommissie een justitieel vooronderzoek in. De huisarts vertelt zijn verhaal als waarschuwing voor zijn collega’s.

Read More
Print Friendly and PDF ^

GGzE niet verantwoordelijk voor overlijden patiënt: rechtbank spreekt vrij van dood door schuld

Rechtbank Oost-Brabant 20 mei 2019, ECLI:NL:RBOBR:2019:2829

Een 29-jarige vrouw overleed in 2013 doordat haar artsen en/of verpleegkundig personeel hun zorgplicht nalieten en schonden. Dit is echter niet aan de rechtspersoon de Stichting Geïntegreerde Geestelijke Gezondheidszorg in Eindhoven en de Kempen (GGzE) toe te rekenen, zoals het Openbaar Ministerie stelt. De rechtbank Oost-Brabant kan daarom niet anders dan deze instelling vrijspreken van de tenlastegelegde dood door schuld.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Oplichting & de aan het “bewegen” van het slachtoffer te stellen eisen

Hoge Raad 23 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:652

Het middel komt op tegen de motivering van de bewezenverklaring van de onder 4 tenlastegelegde oplichting, in het bijzonder tegen het oordeel van het Hof dat slachtoffer 1 door de gedragingen van de verdachte is bewogen tot de afgifte van een geldbedrag. Het betoogt mede naar aanleiding van wat in hoger beroep door de verdediging is aangevoerd dat slachtoffer 1 te goedgelovig is geweest en dat "dwaasheid niet wordt beschermd" door art. 326 Sr.

Read More
Print Friendly and PDF ^