Succes in de aanpak van zorgfraude via de route ‘witwassen zonder gronddelict’

Rechtbank Oost-Brabant 5 maart 2024, ECLI:NL:RBOBR:2024:802

De Rechtbank Oost-Brabant heeft uitspraak gedaan in een strafrechtelijk onderzoek naar zorgfraude. In deze zaak is voor het tenlastegelegde witwassen uitgegaan van witwassen met een onbekend gronddelict. Het standpunt van de verdediging was dat eigenlijk sprake was van een niet afgerond onderzoek naar een bekend gronddelict, namelijk fraude met zorggeld afkomstig van zorgverzekeraars. De rechtbank is het hier niet mee eens: er is geen rechtsregel die bepaalt dat bij een concreet bekend gronddelict geen witwassen met een onbekend gronddelict ten laste mag worden gelegd. Uit het strafdossier volgt een gerechtvaardigd vermoeden dat de verdachten zorggeld hebben ontvangen dat geen legale herkomst had, omdat het was verkregen door oplichting van zorgverzekeraars. Hierdoor was sprake van een vermoeden van witwassen, zonder dat het Openbaar Ministerie is gehouden nader onderzoek te doen naar het vermoedelijke gronddelict. Het is aan de verdachten om een verklaring te geven voor de herkomst van het geld. Hen is gevraagd naar het geconstateerde capaciteitstekort van bijna 34.000 uur. Eén verdachte heeft een beroep gedaan op haar zwijgrecht. De ander heeft een rammelende verklaring gegeven die wordt weerlegd door de bewijsmiddelen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR beantwoordt prejudiciële vragen over verschoningsrecht van advocaten en geeft duidelijkheid over werkwijze OM

Hoge Raad 12 maart 2024, ECLI:NL:HR:2024:375

Vanwege lacunes in de huidige strafrechtelijke wetgeving formuleert de Hoge Raad uitgangspunten voor de omgang met grote hoeveelheden gegevens die in het kader van de opsporing beschikbaar zijn gekomen, waarvan een deel vermoedelijk onder het verschoningsrecht van een geheimhouder valt. Ook beantwoordt de Hoge Raad prejudiciële vragen die het hof ‘s-Hertogenbosch heeft gesteld. Kern van deze uitspraak is dat de rechter-commissaris bij de omgang met deze gegevens een grotere rol krijgt.

Read More
Print Friendly and PDF ^

In strafverzwarende zin kan acht geslagen worden op niet aan verdachte ten laste gelegde veroordelingen voor onder meer soortgelijke feiten: met veroordeling wordt gelijkgesteld strafbeschikking

Hoge Raad 27 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:260

De verdachte is veroordeeld voor feitelijke leidinggeven aan bedrieglijke bankbreuk begaan door een rechtspersoon. In de strafmotivering komt tot uitdrukking dat hof in het nadeel van verdachte gewicht heeft toegekend aan de omstandigheid dat hij eerder is veroordeeld voor “soortgelijke feiten”. Uit de inhoud van het Uittreksel Justitiële Documentatie blijkt dat verdachte op het moment waarop het hof arrest wees, onherroepelijk was veroordeeld voor daar vermelde feiten, waaronder twee vermogensdelicten. De rechter mag bij de strafoplegging rekening houden met een niet ten laste gelegd feiten, onder meer wanneer verdachte voor dit feit onherroepelijk is veroordeeld en dit feit wordt vermeld ter nadere uitwerking van persoonlijke omstandigheden van verdachte. Daarbij wordt met een onherroepelijke veroordeling gelijkgesteld een onherroepelijke strafbeschikking. De opvatting dat veroordelingen die meer dan vijf jaren voor het begaan van het bewezenverklaarde feit onherroepelijk zijn geworden, niet in strafverzwarende zin in strafoplegging mogen worden betrokken, vindt geen steun in het recht.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Valselijk opmaken van geschriften en verduistering in dienstbetrekking worden beschouwd als voortgezette handeling

Rechtbank Midden-Nederland 5 februari 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:542

Verdachte heeft zich over een periode van meer dan zeven jaar schuldig gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking van in totaal €373.184,59. Om die verduistering mogelijk te maken heeft hij een groot aantal betalingsopdrachten en één factuur valselijk opgemaakt. De rechtbank is van oordeel dat sprake is van een zodanig verband tussen het valselijk opmaken van de geschriften (meerdere betaalopdrachten en één factuur) en de verduistering van (een deel van) het totale geldbedrag van €373.184,59, dat beide feiten moeten worden beschouwd als een voortgezette handeling.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Vrijspraak voor verduistering: geld is door lening aan de verdachte gaan toebehoren

Rechtbank Noord-Holland 1 februari 2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:1249

De verdachte wordt vrijgesproken van verduistering nu het geldbedrag in kwestie door een lening aan de verdachte is gaan toebehoren. Er volgt wel een bewezenverklaring voor diefstal en dwang met een feitelijkheid. De verdachte heeft dusdanige psychische druk op het slachtoffer uitgeoefend dat hij hieraan geen weerstand kon bieden.

Read More
Print Friendly and PDF ^