HR: deken van de NOvA en BFT hebben als toezichthouder zelfstandig verschoningsrecht

Aan de deken van de Orde van Advocaten (hierna: de deken), belast met het toezicht op de advocatuur, en het Bureau Financieel Toezicht (hierna: BFT) waar het toezicht op het notariaat (extern) is ondergebracht, komt in het kader van hun toezichthoudende taak in het geval van een strafrechtelijk onderzoek tegenover politie en justitie een zelfstandig verschoningsrecht toe. Dat oordeelt de Hoge Raad in twee uitspraken in zaken die gaan over de onder de deken en het BFT inbeslaggenomen toezichtrapporten die voortkomen uit hun eigen onderzoek naar fraude door een notaris van het kantoor Pels Rijcken.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Geen bewijsbestemming voor aangifte die wordt ingediend na een ambtshalve aanslag en fiscaalrechtelijk wordt opgevat als een bezwaarschrift

Hoge Raad 17 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1847

De Hoge Raad (strafkamer) herhaalt in een uitspraak dat een aangifte vennootschapsbelasting die wordt ingediend na een ambtshalve aanslag en fiscaalrechtelijk wordt opgevat als een bezwaarschrift, geen bewijsbestemming heeft in de zin van artikel 225 Wetboek van Strafrecht (valsheid in geschrift). Zo’n te laat ingediende aangifte is ook geen ‘bij de belastingwet voorziene aangifte’.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR gaat in op de mogelijkheden tot ontneming na een veroordeling voor witwassen.

Hoge Raad 10 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1821

Dat een betrokkene de beschikking heeft over een vermogensbestanddeel dat het voorwerp van witwassen vormt, levert op zichzelf geen wederrechtelijk voordeel op uit dat witwassen. Maar als vaststaat dat de witwasser het witgewassen voorwerp heeft verkregen uit een zelf gepleegd misdrijf, kan dat voorwerp (het voordeel uit dat misdrijf) aan hem worden ontnomen op grond van artikel 36e lid 2 Sr. Als onduidelijk is wie dat misdrijf heeft gepleegd, kan ontneming soms plaatsvinden op grond van artikel 36e lid 3 Sr. Dat kan bijvoorbeeld als aannemelijk is dat ‘andere strafbare feiten’ als bedoeld in artikel 36e lid 3 Sr ertoe hebben geleid dat hij het voordeel uit dat misdrijf heeft verkregen. Daarvoor is dan niet nodig dat de witwasser die andere strafbare feiten zelf heeft begaan. Op grond van een kasopstelling kan aannemelijk worden dat hij kon beschikken over van misdrijf afkomstige geldbedragen of andere voorwerpen. Het witgewassen voorwerp kan worden betrokken in zo’n kasopstelling en op die manier meetellen in de berekening van wederrechtelijk verkregen voordeel.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR wijst herzieningsaanvraag af in zaak veroordeelde zakenman voor witwassen van 17 miljoen euro

Hoge Raad 10 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1826

De herzieningsaanvraag van de in 2014 onherroepelijk veroordeelde zakenman voor onder meer het witwassen van 17 miljoen euro afkomstig van de (in mei 2004 doodgeschoten) vastgoedhandelaar Endstra wordt afgewezen. Dat heeft de Hoge Raad geoordeeld.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Wat zijn de vereisten voor het zijn van kansspelautomaat?

Hoge Raad 26 november 2024, ECLI:NL:HR:2024:1728

Op grond van de wetsgeschiedenis van artikel 30 van de Wet op de kansspelen moet worden aangenomen dat het vereiste om te kwalificeren als kansspelautomaat inhoudt dat het spel zelf moet bestaan uit een mechanisch, elektrisch of elektronisch proces dat door de speler in werking wordt gesteld. Het hof heeft vastgesteld dat de in het reisbureau aanwezige computers uitsluitend werden gebruikt om, via daarop geïnstalleerde software, weddenschappen op (voetbal)wedstrijden af te sluiten. Vervolgens werd op basis van de daadwerkelijke sportuitslagen bepaald of een geldbedrag moest worden uitgekeerd. Het hof heeft geoordeeld dat deze computers kunnen worden aangemerkt als ‘kansspelautomaten’, die tevens onder de definitie van ‘speelautomaten’ vallen. Dit oordeel getuigt, mede in het licht van de wetsgeschiedenis van artikel 30 van de Wet op de kansspelen, van een onjuiste rechtsopvatting.

Read More
Print Friendly and PDF ^