Artikel: Kortere doorlooptijd vergt lange mars

De Rechtspraak doet zijn best om de doorlooptijden te verkorten, maar het blijft een zaak van lange adem. Rechtbankpresident Patricia Messer-Dinnissen geeft uitleg. Messer is sinds 1 januari president van de rechtbank Midden-Nederland én voorzitter van de stuurgroep Tijdige rechtspraak. In die functie staat ze aan het hoofd van een grootschalig project dat de doorlooptijden bij de gerechten aanzienlijk moet verkorten. De nieuwe voorzitter waakt er echter voor valse verwachtingen te wekken. Eind 2023 zouden de achterstanden bij de verschillende gerechten moeten zijn weggewerkt, maar er is een aanzienlijke kans dat die doelstelling niet wordt gehaald, waarschuwt ze.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Is hoger beroep ingesteld tegen zowel hoofd- als ontnemingszaak?

Hoge Raad 15 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:195

Het hof heeft geoordeeld dat “het niet anders kan dan dat het ervoor moet worden gehouden dat door of namens de betrokkene geen hoger beroep is ingesteld tegen het ontnemingsvonnis”. Daarbij heeft het hof in het bijzonder acht geslagen op de schriftelijke volmacht. In die volmacht wordt weliswaar inderdaad verwezen naar “bovengenoemde strafzaak” en “de beslissing van de rechtbank”, maar die volmacht spreekt ook van “voornoemde beslissing(en) van de Meervoudige Strafkamer van de rechtbank Den Haag met bovengenoemd parketnummer”.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Verzoek ex art. 530 Sv: ook de tijd die besteed wordt aan meer tijdsintensieve cliënten komt voor vergoeding in aamerking

Rechtbank Den Haag 27 juli 2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:15623

Over de kosten gemaakt tot en met datum sepot overweegt de rechtbank verder dat voorstelbaar is dat sommige cliënten meer tijd vragen van een advocaat dan andere cliënten – uit de toelichting van de advocaat ter zitting kan zonder meer volgen dat dat hier het geval is geweest. Ook de tijd die besteed wordt aan meer tijdsintensieve cliënten dient in beginsel de behandeling van de zaak. Dat is echter niet oneindig en komt vanaf een zeker punt niet langer voor rekening van de Staat maar blijft voor rekening van de verdachte zelf.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Kennismaken met de ‘onbekende derde’ als medepleger

In HR 13 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1606 (Enschedese Voogdijmoord) heeft de Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan over de deelnemingsvorm medeplegen. In het arrest is onder meer antwoord gegeven op de vraag of een veroordeling voor het medeplegen van (in dit geval) moord mogelijk is, terwijl een niet in de bewezenverklaring genoemde derde mogelijk als enige een delictsbestanddeel heeft vervuld. Het bevestigende antwoord van de Hoge Raad op die vraag vormt het startpunt voor deze bijdrage. In het artikel beantwoorden de auteurs de vraag of met dit arrest de reikwijdte van de deelnemingsvorm medeplegen is verruimd en zo ja, hoe wenselijk dat is. Zij bespreken in dat verband enkele casusposities.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Verzoek ex art. 530 Sv: Cliënt betaalt bij veroordeling minder dan de Staat bij vrijspraak, geen gronden van billijkheid vergoeding tegen hoge tarief  

Rechtbank Den Haag 27 juli 2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:15623

De advocaat heeft over het uurtarief verklaard dat bij succes een hoger uurtarief en bij geen succes een lager uurtarief in rekening wordt gebracht. Door dergelijke prijsafspraken ontstaat in strafzaken dan ook de situatie, dat een cliënt bij veroordeling voor dezelfde werkzaamheden (aanzienlijk) minder betaalt dan de Staat bij een vrijspraak. Er zijn geen gronden van billijkheid voor een vergoeding van de tijd die tegen dit uurtarief is berekend.

Read More
Print Friendly and PDF ^