Ondernemer veroordeeld voor grootschalige oplichting, valsheid en witwassen

Rechtbank Noord-Nederland 21 januari 2025, ECLI:NL:RBNNE:2025:158

De verdachte, een zelfstandig ondernemer uit Sneek, wordt vervolgd voor grootschalige fraude, witwassen en valsheid in geschrifte. Gedurende meerdere jaren heeft hij verzekeraars opgelicht door voor te wenden dat hij na een reeks ongevallen arbeidsongeschikt was geraakt. Hij heeft aanzienlijke schadevergoedingen geïncasseerd, terwijl uit onderzoek blijkt dat hij in diezelfde periode werkzaam was in de bouwsector en fysiek zwaar werk uitvoerde.

Naast deze oplichtingspraktijken heeft hij gebruikgemaakt van valse documenten in een juridische procedure over alimentatie en heeft hij op grote schaal geld witgewassen via zijn onderneming. Hierbij heeft hij contante geldbedragen van onbekende herkomst in zijn zakelijke administratie verwerkt en dit geld gebruikt voor bedrijfskosten en de aanschaf van onroerend goed.

De fraude kwam aan het licht na meldingen van de verzekeraars, die argwaan kregen door de inconsistenties in de verklaringen van verdachte en de opvallende financiële transacties. Een uitgebreid strafrechtelijk onderzoek leidde tot de verdenking dat verdachte niet alleen verzekeringsmaatschappijen had opgelicht, maar zich ook schuldig had gemaakt aan valsheid in geschrifte en gewoontewitwassen.

Tenlastelegging

De verdachte wordt verdacht van:

  1. Oplichting: Het misleiden van verzekeringsmaatschappijen door zich arbeidsongeschikt voor te doen en zo forse schadevergoedingen te ontvangen.

  2. Valsheid in geschrifte: Het indienen van valse schadeformulieren bij verzekeringsmaatschappijen, waarin hij schade claimde voor fictieve of overdreven incidenten.

  3. Gebruik van valse documenten in een juridische procedure: Het inbrengen van vervalste leningsovereenkomsten bij de rechtbank in een zaak over kinderalimentatie.

  4. Gewoontewitwassen: Het systematisch verwerken van grote contante geldbedragen van onbekende herkomst in zijn bedrijfsadministratie, waardoor het illegaal verkregen vermogen een schijn van legale inkomsten kreeg.

  5. Witwassen van biljetten van 500 euro: Het verbergen en voorhanden hebben van contant geld in een verborgen ruimte in zijn woning, vermoedelijk afkomstig uit misdrijf.

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie stelt dat de verdachte zich gedurende een lange periode op grote schaal heeft schuldig gemaakt aan financiële delicten en verzekeringsfraude. Hij heeft herhaaldelijk verzekeraars bewogen tot het uitkeren van aanzienlijke schadevergoedingen op basis van onjuiste informatie.

Daarnaast heeft hij valse documenten gebruikt om gunstige juridische uitspraken te verkrijgen en heeft hij via zijn bedrijf een witwasconstructie opgezet om illegale geldstromen te maskeren. Gezien de ernst van de feiten en de duur van de criminele activiteiten, eist de officier van justitie een gevangenisstraf van 18 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.

De officier erkent dat de redelijke termijn in deze zaak is overschreden, maar is van mening dat dit niet mag leiden tot een aanzienlijke strafvermindering, gelet op de omvang en complexiteit van de fraude.

Standpunt van de verdediging

De raadsman van de verdachte voert aan dat zijn cliënt moet worden vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. Hij stelt dat er daadwerkelijk ongevallen hebben plaatsgevonden en dat de verzekeraars vrijwillig hebben uitgekeerd op basis van hun eigen beoordeling. De verdediging betoogt dat de verdachte oprecht schade heeft geleden en dat er geen sprake is van oplichting.

Met betrekking tot de beschuldiging van valsheid in geschrifte stelt de raadsman dat de betrokken documenten geen opzettelijke vervalsingen betreffen en dat de verzekeraars zelf verantwoordelijk zijn voor het accepteren van de claims. Ten aanzien van het witwassen wordt gesteld dat alle contante geldstromen afkomstig waren uit legitieme zakelijke activiteiten en dat verdachte te allen tijde heeft vertrouwd op zijn boekhouder.

De verdediging pleit voor een maximale taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf, zodat verdachte zijn leven kan voortzetten zonder detentie, mede gezien de lange duur van de procedure en de impact op zijn gezin.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting, valsheid in geschrifte en witwassen.

Uit bewijsmateriaal blijkt dat verdachte gedurende meerdere jaren fysiek zwaar werk heeft verricht, ondanks zijn claims van arbeidsongeschiktheid. Dit wordt bevestigd door getuigenverklaringen van collega’s en opdrachtgevers, evenals financiële administratie waarin de gewerkte uren van verdachte zijn vastgelegd.

Daarnaast blijkt uit onderzoek dat verdachte grote sommen contant geld heeft verwerkt in zijn zakelijke administratie, zonder een legitieme herkomst te kunnen aantonen. De rechtbank constateert dat verdachte in korte tijd zeven panden heeft gekocht zonder hypotheek, wat niet in lijn is met zijn opgegeven financiële situatie.

Met betrekking tot de valsheid in geschrifte stelt de rechtbank vast dat verdachte opzettelijk valse documenten heeft overgelegd in een familierechtelijke procedure om financiële voordelen te behalen.

Het verweer van de verdachte dat hij vertrouwde op zijn boekhouder wordt verworpen. Als ondernemer is hij zelf verantwoordelijk voor zijn financiële administratie en transacties.

De rechtbank concludeert dat verdachte systematisch misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen van verzekeraars, de financiële integriteit heeft ondermijnd en de rechtsgang heeft gefrustreerd.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan:

  • Oplichting van meerdere verzekeringsmaatschappijen.

  • Opzettelijk gebruik van valse geschriften in schadeclaims en juridische procedures.

  • Gewoontewitwassen, door grote geldbedragen van onbekende herkomst te verwerken in zijn bedrijfsadministratie.

  • Witwassen van contant geld, door het verborgen houden van grote sommen geld in zijn woning.

Strafoplegging

Gelet op de ernst van de feiten en de langdurige frauduleuze handelingen, veroordeelt de rechtbank verdachte tot:

  • 184 dagen gevangenisstraf, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.

  • 240 uur taakstraf (bij niet-nakoming: 120 dagen hechtenis).

De rechtbank houdt rekening met de overschrijding van de redelijke termijn, waardoor een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet passend wordt geacht.

Benadeelde partijen

De volgende verzekeraars hebben schadevergoeding gevorderd:

  • Verzekeraar 1: €78.527,18

  • Verzekeraar 2: €76.664,34

  • Verzekeraar 3: €26.668,71

  • Maatschappij: €5.763,53

De rechtbank verklaart de vorderingen met betrekking tot de oplichting niet-ontvankelijk, omdat de exacte schade niet kan worden vastgesteld. De verzekeraars kunnen hun vorderingen bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

Voor de valse schadeclaims wordt een schadevergoeding van €8.892,79 en €5.763,53 toegewezen, te vermeerderen met wettelijke rente.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^