Feitelijk leidinggevende veroordeeld voor BTW-vooraftrekfraude
/Rechtbank Rotterdam 11 februari 2025, ECLI:NL:RBROT:2025:2591
De rechtbank heeft een verdachte veroordeeld voor het opzettelijk doen van onjuiste BTW-aangiften en het verstrekken van valse facturen aan de Belastingdienst. Als feitelijk leidinggevende van twee bedrijven heeft de verdachte bewust onjuiste aangiften omzetbelasting laten indienen om ten onrechte teruggaven van de Belastingdienst te ontvangen. Het totale benadelingsbedrag bedroeg circa €570.000.
De rechtbank legt de verdachte een taakstraf van 240 uur op en een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van twee jaar.
Tenlastelegging
De verdachte werd verweten dat hij als feitelijk leidinggevende van twee rechtspersonen:
Onjuiste aangiften omzetbelasting heeft gedaan
Over het tweede en derde kwartaal van 2023 voor [bedrijf 1].
Over het eerste kwartaal van 2023 voor [bedrijf 2].
Opzettelijk valse documenten heeft verstrekt aan de Belastingdienst
Vervalste facturen van bedrijven [bedrijf A] en [bedrijf B].
Een gemanipuleerd bankafschrift waarop een niet-bestaande betaling van €1.442.925,00 stond vermeld.
Het doel was om via deze valse documenten een hogere BTW-teruggave te verkrijgen dan waar de bedrijven recht op hadden.
Oordeel van de rechtbank
Bewijs en erkenning door verdachte
De verdachte heeft de feiten bekend en geen verweer gevoerd. De rechtbank acht de fraude bewezen op basis van de documenten in het strafdossier en de eigen verklaring van de verdachte.
Ernst van de feiten
De rechtbank rekent de verdachte zwaar aan dat hij bewust misbruik heeft gemaakt van het BTW-systeem, dat gebaseerd is op vertrouwen tussen ondernemers en de Belastingdienst. BTW-fraude:
Tast het eerlijke belastingstelsel aan.
Benadeelt de staatskas en dus de samenleving als geheel.
Leidt tot concurrentievervalsing, omdat bedrijven die wél correct aangifte doen, benadeeld worden.
Strafverlichtende omstandigheden
De rechtbank neemt enkele verzachtende factoren in overweging:
Volledige medewerking: De verdachte heeft direct na zijn aanhouding openheid van zaken gegeven en berouw getoond.
Persoonlijke omstandigheden:
De verdachte kampt met financiële impulsiviteit, waarvoor hij nu begeleiding krijgt.
Hij heeft een gezin met twee jonge kinderen, en een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou hen zwaar treffen.
Geen eerdere veroordelingen: De verdachte heeft een blanco strafblad.
Strafoplegging
Gezien de ernst van de fraude zou een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend zijn. Vanwege de persoonlijke omstandigheden kiest de rechtbank echter voor een combinatie van een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf.
De verdachte krijgt:
Een taakstraf van 240 uur
Indien niet voltooid: vervangende hechtenis van 120 dagen.
Een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden
Proeftijd van twee jaar.
Indien de verdachte binnen deze periode opnieuw strafbare feiten pleegt, moet hij alsnog de zes maanden uitzitten.
Conclusie
De rechtbank onderkent de ernst van BTW-fraude en benadrukt dat dit een ernstig strafbaar feit is. Tegelijkertijd houdt zij rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
Lees hier de volledige uitspraak.