Artikel: Integriteit, kernvoorwaarde voor een notaris

De Wet op het notarisambt geeft geen definiëring van integer handelen als norm voor het handelen door de notaris. Het begrip integriteit komt nergens in die wet voor. De wet heeft het over de eer en het aanzien van het notarisambt als norm. Zoals we zullen zien, wordt de norm integriteit in de notariële tuchtrechtspraak aan de hand van aan de tuchtrechter voorgelegde casus geconcretiseerd. De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie benoemt de eer en het aanzien van het notarisambt sinds 10 juli 2013 als integere beroepsuitoefening.

Read More
Print Friendly and PDF ^

PG bij de Hoge Raad: procesafspraken in strafzaken onder voorwaarden toelaatbaar

Parket bij de Hoge Raad 14 juni 2022, ECLI:NL:PHR:2022:566

In april van dit jaar kondigde procureur-generaal Bleichrodt aan cassatie in het belang der wet in te stellen over procesafspraken in strafzaken. Vandaag is de vordering ingediend. De strekking van de vordering is dat de PG procesafspraken tussen Openbaar Ministerie en de verdediging van de verdachte onder voorwaarden toelaatbaar vindt.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Ne bis in idem, vereenzelviging (aandeelhouder en BV) & witwassen

Rechtbank Amsterdam 23 februari 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:2843

De rechtbank stelt vast dat verdachte zelf niet eerder is vervolgd. Wel is verdachte, die 100% aandeelhouder is van B.V. 2 die op haar beurt weer 100% aandeelhouder van verdachte is, eerder vervolgd in een zaak met een ander parketnummer en een ander tenlastegelegde periode. Verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat nu verdachte eerder is vervolgd en verdachte en verdachte te vereenzelvigen zijn, haar ook een beroep op het ‘ne bis in idem’-beginsel toekomt.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Geen sprake van eendaadse samenloop bij verduistering en witwassen

Rechtbank Limburg 1 juni 2022, ECLI:NL:RBLIM:2022:4236

Het gaat volgens de rechtbank bij genoemde feiten weliswaar om gedragingen waarbij sprake is van opeenvolging in de tijd, maar bij beide bewezen verklaarde gedragingen is geen sprake van (in wezen) één verwijt noch van elkaar in de tijd direct opvolgende gedragingen (ook met betrekking tot het 'wilsbesluit') die zo nauw met elkaar samenhangen dat de verdachte daarvan (in wezen) één verwijt wordt gemaakt. Verdachte heeft er niet alleen voor gekozen om op verschillende momenten de geldbedragen uit de beschikkingsmacht van de rechthebbende te onttrekken door er over te gaan beschikken. Zij heeft er vervolgens voor gekozen om deze geldbedragen om te zetten dan wel over te dragen aan anderen. Daarbij komt dat de beide strafbepalingen verduistering en witwassen niet dezelfde strekking hebben en een ander rechtsbelang beschermen. De rechtbank is van oordeel dat deze gedragingen dienen te worden aangemerkt als twee verschillende verwijten en dat in casu dus sprake is van meerdaadse samenloop.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Het legaliteitbeginsel brengt niet mee dat een beroepsgrond moet worden beoordeeld aan de hand van jurisprudentie die gold ten tijde van de gedraging

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 21 april 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:3111

De opvatting van de gemachtigde dat de jurisprudentie zoals die gold ten tijde van de gedraging moet worden toegepast bij de beoordeling van het verweer, vindt geen steun in het recht. Met (na de gedraging tot stand gekomen) jurisprudentie wordt het recht vastgesteld zoals dat ook voor de totstandkoming van die jurisprudentie al gold. Dit brengt mee dat dat recht bij de beoordeling van het verweer moet worden toegepast. Dat zou slechts anders zijn indien de (nieuwe) jurisprudentie voorziet in een overgangsregeling. Daarvan is hier geen sprake.

Read More
Print Friendly and PDF ^