Heeft de processtrategie (tijdens behandeling van strafzaak heeft klager niets gezegd over het goed) gevolgen hebben voor de ontvankelijkheid van een klager in zijn beklag tegen beslag?
/Hoge Raad 14 mei 2024, ECLI:NL:HR:2024:691
Er bestaat geen grond om de klager niet-ontvankelijk te verklaren in zijn beklag omdat hij, als verdachte, bij de behandeling van de strafzaak niet aan de orde heeft gesteld dat een inbeslaggenomen voorwerp niet is vermeld op de lijst als bedoeld in artikel 309 lid 1 Sv of, als het gaat om de behandeling van de strafzaak in hoger beroep, dat de rechter in eerste aanleg heeft verzuimd over een specifiek, op grond van artikel 94 Sv inbeslaggenomen voorwerp een beslissing te nemen als bedoeld in artikel 353 lid 1 Sv. Het is primair de verantwoordelijkheid van het openbaar ministerie om de rechter in de strafzaak te voorzien van een volledige en correcte lijst als bedoeld in artikel 309 lid 1 Sv, om de rechter daarmee in staat te stellen overeenkomstig artikel 353 lid 1 Sv over alle op grond van artikel 94 Sv inbeslaggenomen voorwerpen een beslissing te nemen. Op die lijst moeten ook voorwerpen worden vermeld waarvan het beslag inmiddels is beƫindigd anders dan door teruggave daarvan, omdat de strafrechter ook daarover op grond van artikel 353 Sv nog een beslissing moet geven.
Read More