Meldrecht als ontbrekende schakel: waarom gemeenten en provincies nog steeds niet mogen melden bij de FIU
/Tijdens het rondetafelgesprek van 28 mei 2025 over financieel-economische criminaliteit klonk een opvallend punt van frustratie vanuit opsporing en toezicht: gemeenten en provincies mogen signalen van mogelijke witwaspraktijken of ondermijning niet melden bij de Financial Intelligence Unit (FIU). Volgens onder meer het OM, de FIU en de FIOD zien lokale overheden regelmatig concrete aanwijzingen van misbruik van vastgoed, vergunningen of rechtspersonen — maar ontbreekt een juridische grondslag om deze informatie bij de FIU aan te leveren (FIU, Verbeek-Kusters; FIOD, Bos).
In deze blog bespreken we waarom dit meldrecht ontbreekt, wat de juridische belemmeringen zijn, en waarom dit volgens vrijwel alle sprekers een cruciale lacune is in de aanpak van witwassen en ondermijning.
Als bron voor deze blog is het volledige transcript gebruikt van het rondetafelgesprek alsook alle ingebrachte position papers.
Gemeenten: bron van informatie zonder kanaal
Gemeenten beschikken over unieke en actuele informatie over vastgoedtransacties, vergunningaanvragen, horeca-inrichtingen, huurovereenkomsten en lokale rechtspersonen. Die informatie is vaak cruciaal bij het herkennen van criminele investeringen of witwasstructuren. Zoals de FIU stelt: burgemeesters melden dat zij “buikpijn hebben van bepaalde transacties of netwerken”, maar juridisch gezien mogen zij daar op dit moment niets mee richting de FIU (FIU, Verbeek-Kusters).
De frustratie is dat crimineel vermogen zich steeds vaker via lokale structuren manifesteert — zoals via zorginstellingen, vastgoedtransacties of cashbetalingen in de horeca — maar dat de bestuurlijke ogen en oren juridisch worden stilgehouden. De opsporingsdiensten zijn het erover eens: dit is een gemiste kans.
Wat is het verschil tussen meldplicht en meldrecht?
De Wwft kent meldplichten voor zogeheten poortwachters: banken, notarissen, accountants en anderen. Zij zijn wettelijk verplicht om ongebruikelijke transacties te melden bij de FIU. Gemeenten vallen niet onder de Wwft, en hebben daardoor ook geen meldplicht.
Een meldrecht is iets anders: dat is de bevoegdheid om informatie te delen, zonder verplichting, maar mét juridische bescherming. Bijvoorbeeld: de Douane heeft een meldrecht bij de FIU, op basis van een afzonderlijke wettelijke grondslag (FIU, Verbeek-Kusters). Gemeenten en provincies hebben die grondslag níet, en kunnen daarom — zelfs als ze willen — geen signaal delen met de FIU. Dat leidt tot stilstand in informatieketens, juist bij lokale fenomenen zoals vastgoedfraude of ondermijnende horeca.
Waarom is een wettelijke grondslag nodig?
Zonder expliciete wettelijke grondslag mogen overheden in Nederland geen persoonsgegevens of gevoelige informatie delen met andere overheden voor strafrechtelijk gebruik. Dit is vastgelegd in onder meer de AVG en de Uitvoeringswet AVG. De FIU is een zelfstandige instantie met een wettelijk afgeschermde taak, en alleen bevoegde melders mogen informatie aanleveren. Daarbij komt dat meldingen aan de FIU niet anoniem zijn — en dus juridische en politieke risico’s kunnen opleveren (FIU, Verbeek-Kusters).
Een meldrecht vereist daarom een aanpassing van wet- of regelgeving, waarin precies staat:
Wie mag melden (bijvoorbeeld gemeenten, provincies, waterschappen?)
Voor welk doel?
Onder welke waarborgen voor rechtsbescherming en proportionaliteit?
Pleidooi vanuit opsporing en toezicht
Zowel de FIU, FIOD, politie als het OM pleiten expliciet voor invoering van een meldrecht voor lokale overheden. De FIU noemt dit “enorm relevant” omdat gemeenten vaak als eerste zicht hebben op het misbruik van rechtspersonen en criminele vastgoedstromen (FIU, Verbeek-Kusters). Het OM sluit daarbij aan: gemeenten moeten actief onderdeel kunnen zijn van het systeem dat criminaliteit signaleert én afbreekt (OM, Zwinkels).
Zij verwijzen naar het feit dat melders van de private sector hun meldingen vaak pas doen nadat structuren al zijn opgezet. Gemeenten kunnen daarentegen eerder signalen zien, zoals:
vreemde vastgoedtransacties zonder duidelijke economische verklaring;
vergunningsaanvragen van schijnbedrijven;
onverklaarbare herkomst van investeringsgelden.
Volgens de betrokken diensten is dit precies het punt waar preventie het verschil maakt.
Risico’s en nuance: de roep om een zorgvuldige regeling
Meerdere sprekers erkennen dat het verlenen van een meldrecht aan gemeenten ook risico’s met zich meebrengt:
Politieke beïnvloeding of selectieve meldingen.
Onvoldoende expertise bij lokale overheden in strafrechtelijke beoordeling.
Risico op chilling effects als meldingen publiek worden of herleidbaar zijn.
Daarom is de oproep niet tot klakkeloze invoering, maar tot een zorgvuldige wettelijke regeling met duidelijke definities, waarborgen en eventueel ook training en toetsing voor gemeenten.
Vooruitblik: Europese ruimte en nationale verantwoordelijkheid
In de nieuwe Europese anti-witwasverordening (AMLR) komt waarschijnlijk ruimte om meldrechten te verbreden. Maar die ruimte moet door nationale wetgevers worden benut. Zoals de FIU het verwoordt: “De wet moet het mogelijk maken dat partijen die iets zien — en dat zijn gemeenten — het ook mogen zeggen.” (FIU, Verbeek-Kusters)
Tot die tijd blijven waardevolle signalen liggen — en blijven criminelen profiteren van de stilte van de overheid.
Conclusie
De strijd tegen financieel-economische criminaliteit stokt als de partijen die het meeste zien, niets mogen zeggen. Gemeenten en provincies zijn cruciale schakels in het signaleren van witwassen en ondermijning, maar missen een wettelijk meldrecht bij de FIU. Dat is juridisch verklaarbaar, maar maatschappelijk onhoudbaar. Een wettelijk meldrecht — zorgvuldig ontworpen en beperkt tot relevante signalen — is geen overbodige luxe, maar een noodzakelijke aanvulling op het huidige systeem.
“Een burgemeester die niets kan melden, is een burgemeester met lege handen.” (vrije parafrase naar FIU)