Werknemer verduistert computerapparatuur ter waarde van € 2,8 miljoen, afwijzing vordering benadeelde partij

Rechtbank Noord-Holland 18 februari 2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:1625

De verdachte, een 19-jarige werknemer van een transportbedrijf, wordt verdacht van het medeplegen van verduistering in dienstbetrekking. Hij zou op 21 mei 2023 in Nieuw-Vennep computerapparatuur ter waarde van circa € 2.800.000,- wederrechtelijk hebben toegeëigend. De verdachte gebruikte zijn functie om de goederen apart te zetten en deze met behulp van een valse pas in een vrachtwagen met valse kentekenplaten te laten laden. De apparatuur is niet teruggevonden.

Tenlastelegging

De verdachte wordt beschuldigd van verduistering in dienstbetrekking, gepleegd in vereniging. De goederen waren aan een ander toebehorend en werden door de verdachte onder zich gehouden uit hoofde van zijn dienstbetrekking.

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie acht verduistering in dienstbetrekking bewezen en eist een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.

Standpunt van de verdediging

De raadsvrouw refereert zich aan het oordeel van de rechtbank omtrent de bewezenverklaring. Zij stelt dat de verdachte onder druk is gezet door anderen om tot zijn handelen te komen en verzoekt om strafvermindering. Zij pleit voor een deels voorwaardelijke gevangenisstraf, met een onvoorwaardelijk deel gelijk aan het voorarrest, aangevuld met een taakstraf.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank acht de tenlastelegging wettig en overtuigend bewezen op basis van diverse bewijsmiddelen, waaronder de aangifte, camerabeelden, telecomgegevens en de bekennende verklaring van de verdachte.

Bewezenverklaring

De rechtbank oordeelt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van verduistering in dienstbetrekking.

Strafoplegging

De rechtbank veroordeelt de verdachte conform de eis van de officier van justitie tot 18 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De ernst van het feit, de hoge waarde van de verduisterde goederen en het geschonden vertrouwen van de werkgever wegen zwaar mee. De rechtbank ziet echter in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn jonge leeftijd en het ontbreken van een strafblad, aanleiding voor een deels voorwaardelijke straf.

Vordering benadeelde partij

De vordering tot schadevergoeding van ruim € 800.000 en $ 1.839.130,- wordt afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de schade niet rechtstreeks aan de benadeelde partij is toegebracht, aangezien de verduisterde goederen toebehoorden aan de opdrachtgevers van het transportbedrijf.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^