Veroordeling voor witwassen van geld uit Marktplaatsoplichting

Rechtbank Noord-Nederland 11 februari 2020, ECLI:NL:RBNNE:2020:524

De rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, heeft een man veroordeeld voor het medeplegen van een gewoonte maken van witwassen. De man stelde gedurende een lange periode zijn bankrekening ter beschikking voor het ontvangen van bedragen die uit misdrijf (Marktplaatsoplichting) verkregen waren.

Een bekende uit het café

Die bedragen kwamen voort uit transacties op Marktplaats waar nooit producten voor waren geleverd. De verdachte stelde tegen een kleine vergoeding zijn bankrekening ter beschikking aan ‘ene Dennis’, die hij kende uit het café en die de niet geleverde producten op marktplaats zette. De afspraak was dat er geldbedragen op de bankrekening van verdachte werden gestort en dat hij vervolgens, als Dennis hierom vroeg, geldopnames zou verrichten en deze zou overdragen aan Dennis. Dit heeft hij meerdere keren gedaan.

Onwetend, maar de aanmerkelijke kans aanvaard

De verdachte stelde dat hij niet wist dat de gestorte geldbedragen uit misdrijf afkomstig waren omdat hij aan Dennis had gevraagd of hij er problemen mee zou krijgen. De rechtbank oordeelt dat op basis van het dossier niet valt uit te sluiten dit scenario klopt en gaat daarom uit van de juistheid van dit verhaal.

Doordat de man, ondanks zijn twijfels, geen verder onderzoek heeft verricht naar de herkomst van de geldbedragen oordeelt de rechtbank dat hij de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat die geldbedragen uit misdrijf afkomstig waren en dat dankzij zijn handelen de gestorte bedragen werden witgewassen. Door de frequentie en de door Dennis en verdachte gehanteerde constructie is de rechtbank van oordeel dat het medeplegen van een gewoonte maken van witwassen kan worden bewezen.

Strafmotivering

De rechtbank heeft in aanmerking genomen dat door witwassen de integriteit van het financiële en economische verkeer wordt aangetast. Ook bevordert witwassen het plegen van delicten en bemoeilijkt het de opsporing van onderliggende misdrijven. De verdachte heeft enkel uit financieel gewin gehandeld omdat hij krap bij kas zat en leefde van de bijstand.

Strafoplegging

De rechtbank is van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden op zijn plaats is. Er moet wel rekening worden gehouden met het feit dat verdachte onlangs voor een ander feit een veel langere gevangenisstraf heeft gekregen, en het feit dat de wettelijke termijn fors is overschreden. Alle afwegende komt de rechtbank tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van één jaar.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^