Veroordeling voor beleggingsfraude
/Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 24 maart 2021, ECLI:NL:GHARL:2021:2725
Verdachte heeft misbruik gemaakt van het vertrouwen van niets vermoedende particulieren. Er is een nauwe en bewuste samenwerking geweest tussen verschillende natuurlijke personen en rechtspersonen en die samenwerking heeft erin geresulteerd dat de gelden die derden hadden ingelegd in de B.V.’s, tegen de afspraken in, voor andere doeleinden aan zijn gewend. Op deze wijze werden in de bewezen verklaarde periode tientallen beleggers benadeeld tot een totaalbedrag van ongeveer 2,3 miljoen euro.
Ten aanzien van de verdachte stelt het gerechtshof dan vast dat het gaat om een verduisteringspraktijk in diverse B.V.’s waaraan de verdachte niet zelf een einde heeft gemaakt, waardoor die verduistering in totaal ruim vier jaren heeft voortgeduurd (ongeveer drie jaren in de vorm van het onder 1 bewezen verklaarde strafbare feit en ruim één jaar in de vorm van het onder 2 bewezen verklaarde strafbare feit).
Daarin heeft de verdachte een aandeel gehad dat minder prominent zal zijn geweest dan het aandeel dat zijn vader daarin heeft gehad, maar waarin hij niettemin volop heeft meegedaan en een aanzienlijk financieel voordeel heeft verkregen, ten koste van de inleggers, aan wie het daardoor veroorzaakte nadeel nog niet door de verdachte is vergoed.
Bewezenverklaring
Feit 1 en 2: medeplegen van verduistering, meermalen gepleegd.
Feit 3: medeplegen van opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, gepleegd door een rechtspersoon terwijl verdachte daaraan feitelijk leiding heeft gegeven.
Strafoplegging
Gevangenisstraf van 36 maanden.
Lees hier de volledige uitspraak.