Veroordeling medewerkster zorginstelling voor valse aangifte, laster en verduistering na sturen van anonieme smadelijke en lasterlijke brieven aan onder meer zichzelf
/Gerechtshof Den Haag 24 december 2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:2478
De verdachte, een vrouw werkzaam bij een zorginstelling in Bodegraven, wordt vervolgd wegens meerdere strafbare feiten die plaatsvonden tussen 2015 en 2016. Zij wordt beschuldigd van het doen van valse aangiften van bedreiging en laster, het opzettelijk verspreiden van smadelijke en onware brieven en de verduistering van een fotocamera. De verdachte werkte sinds 2010 bij de zorginstelling en beweerde slachtoffer te zijn van bedreigingen. Gedurende een uitgebreide periode stuurde zij echter anonieme brieven met ernstige beschuldigingen over de zorginstelling en haar medewerkers, wat leidde tot wantrouwen, onrust en reputatieschade voor de instelling. Bovendien heeft zij een fotocamera van een collega, die zij naar eigen zeggen had gevonden, niet teruggegeven.
Tenlastelegging
De verdachte wordt het volgende verweten:
Het doen van valse aangifte in de periode van 27 maart 2015 tot 16 oktober 2015. Hierbij meldde zij aan de politie dat zij meerdere smadelijke en bedreigende brieven ontving, terwijl uit onderzoek bleek dat zij deze zelf had geschreven.
Het verspreiden van lasterlijke brieven in de periode van 1 mei 2015 tot 29 mei 2015. In deze brieven beweerde zij dat er moorden waren gepleegd in de zorginstelling, dat bewoners slecht werden verzorgd en dat de directie niets deed om de situatie te verbeteren. Deze beschuldigingen bleken onwaar.
Subsidiair wordt haar ten laste gelegd dat zij in de periode van 15 september 2015 tot 23 februari 2016 een fotocamera (Nikon D3100), die eigendom was van een collega, wederrechtelijk heeft toegeëigend.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
Het Openbaar Ministerie benadrukte de ernst van de feiten en de grote gevolgen voor de betrokkenen en de zorginstelling. Door de brieven ontstond niet alleen onrust onder medewerkers en bewoners, maar ook reputatieschade voor de instelling. De verdachte zorgde bovendien voor een langdurig en kostbaar politieonderzoek, waarin uitgebreid forensisch en technisch onderzoek werd uitgevoerd.
Het OM vorderde een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden met een proeftijd van twee jaar. Tevens werd verzocht om toewijzing van een schadevergoeding aan de benadeelde partij van € 8.612,22, bestaande uit kosten voor camerabeveiliging, begeleiding van leidinggevenden en een medisch onderzoek.
Standpunt van de verdediging
De verdediging voerde aan dat de verdachte moest worden vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Zij betwistte de betrouwbaarheid van de forensische rapporten van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en stelde dat het OM het onderzoek mogelijk heeft beïnvloed door te suggereren dat de verdachte de brieven zou hebben geschreven. Daarnaast pleitte de raadsvrouw, indien tot een bewezenverklaring zou worden gekomen, voor toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht (schuldigverklaring zonder strafoplegging), gezien het blanco strafblad van de verdachte.
Oordeel van het gerechtshof
Het hof achtte de tenlastegelegde feiten onder 1, 2 en 3 subsidiair wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van de valse aangiften en lasterlijke brieven:
Het hof concludeerde dat de verdachte de smadelijke brieven zelf heeft opgesteld en verspreid. De brieven bevatten ernstige en schadelijke beschuldigingen jegens de zorginstelling, die onwaar bleken te zijn. Het NFI-onderzoek toonde aan dat de brieven en enveloppen met een printer van de verdachte waren vervaardigd. Bovendien werden enkele brieven in haar woning aangetroffen. Het hof verwierp het verweer dat het NFI-onderzoek zou zijn beïnvloed, omdat dit onafhankelijk en zorgvuldig was uitgevoerd.
Ten aanzien van de verduistering:
De verdachte gaf toe dat zij een fotocamera had gevonden op de parkeerplaats van de zorginstelling en deze naar huis had meegenomen. Het hof achtte haar verklaring dat zij de camera wilde teruggeven ongeloofwaardig, omdat zij wist van wie de camera was maar deze nooit heeft geretourneerd. Het hof oordeelde dat de verdachte de camera wederrechtelijk heeft toegeëigend.
Bewezenverklaring
De verdachte wordt schuldig bevonden aan:
Het doen van valse aangifte, meermalen gepleegd.
Laster, door opzettelijk de eer en goede naam van anderen aan te tasten.
Subsidiair: verduistering.
Strafoplegging
Gezien de ernst van de feiten, de impact op de betrokkenen en de omvang van het politieonderzoek, acht het hof een gevangenisstraf op zijn plaats. Echter, vanwege de aanzienlijke overschrijding van de redelijke termijn (bijna zes jaar) en het blanco strafblad van de verdachte, wordt de straf geheel voorwaardelijk opgelegd. De verdachte wordt veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden met een proeftijd van twee jaar.
Schadevergoeding
Het hof wijst de schadevergoeding gedeeltelijk toe. De benadeelde partij ontvangt een bedrag van € 7.130,62, bestaande uit kosten voor camerabeveiliging, begeleiding van leidinggevenden en een medisch onderzoek. De wettelijke rente wordt toegewezen vanaf 27 maart 2015. Voor overige onderdelen van de vordering, zoals proceskosten en overige schadeclaims, wordt de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard.
Conclusie
De verdachte wordt veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf en moet een schadevergoeding betalen aan de benadeelde partij. Het hof benadrukt dat de verdachte met haar handelen niet alleen de zorginstelling en haar collega's heeft geschaad, maar ook een groot beslag heeft gelegd op politiecapaciteit.
Lees hier de volledige uitspraak.