Economische raadkamer wijst vordering voorlopige maatregel af in zaak stortplaats Eerbeek

Rechtbank Overijssel 13 februari 2025, ECLI:NL:RBOVE:2025:803

De economische raadkamer van de rechtbank Overijssel heeft de vordering van het Openbaar Ministerie tot het opleggen van een voorlopige maatregel in een zaak over een stortplaats in Eerbeek afgewezen. Dit doet de rechtbank op grond van artikel 29 van de Wet op de economische delicten.

De officieren van justitie stelden dat partij staalslakken heeft toegepast als afdichtingsmateriaal zonder afdoende maatregelen te treffen tegen de infiltratie van percolaatwater in de bodem. Zij wezen op diverse tekortkomingen in de uitgevoerde werkzaamheden en voerden aan dat de partij nalatig is geweest in het nemen van maatregelen die redelijkerwijs van haar konden worden verwacht om milieugevaren te voorkomen of te beperken.

Past niet binnen reikwijdte artikel 29 WED

Uit de beoordeling door de economische raadkamer blijkt echter dat de gevorderde voorlopige maatregel niet past binnen de reikwijdte van artikel 29 WED. De economische raadkamer stelt vast dat de door het Openbaar Ministerie voorgestelde maatregelen niet mogelijk zijn als noodmaatregel om op korte termijn de uitstroom van percolaatwater te voorkomen. De raadkamer acht de voorgestelde maatregelen wel belangrijk, maar van een zodanige aard dat zij niet onder de beperkte toepassing van artikel 29 WED vallen.

Afdichtingsplan

Daarnaast heeft de partij in overleg met het bevoegd gezag een definitief afdichtingsplan laten opstellen en ingediend. Dit plan, dat praktisch is uitgewerkt in een Plan van Aanleg, voorziet in structurele maatregelen waarmee de milieuproblemen op de stortplaats definitief worden aangepakt. De uitvoering van dit plan, dat reeds in vergunningprocedures is opgenomen, zal de oorspronkelijk geplande eindfase van 2046 naar verwachting versnellen tot 2027.

Vordering afgewezen

Op basis van deze overwegingen heeft de economische raadkamer van de rechtbank Overijssel geoordeeld dat de vordering van het Openbaar Ministerie moet worden afgewezen. Dit betekent dat de partij geen voorlopige maatregel opgelegd krijgt.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^