HR herhaalt gevallen waarin en wijze waarop feitenrechter herstelbeslissing kan geven

Hoge Raad 15 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:932

Bij het geven van een herstelbeslissing gaat het om een zelfstandige, niet in de wet verankerde en beperkte mogelijkheid voor de feitenrechter om een in zijn uitspraak voorkomende kennelijke rekenfout, schrijffout of andere kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent te verbeteren. Dat brengt mee dat de feitenrechter slechts in evidente gevallen gebruik kan maken van de bevoegdheid het dictum te verbeteren, mede met het oog op de juiste executie van de uitspraak.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt overwegingen m.b.t. genoten voordeel ingeval strafbare feit op zichzelf geen voordeel oplevert (valsheid), maar kennelijk ertoe strekt en geëigend is voordeel te genereren

Hoge Raad 22 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:948

Onder wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht kan ook worden begrepen daadwerkelijk genoten voordeel in het geval dat het strafbare feit op zichzelf geen rechtstreeks voordeel oplevert, maar kennelijk ertoe strekt en geëigend is voordeel te genereren (vgl. HR 25 mei 1999, ECLI:NL:HR:1999:AK1554).

Read More
Print Friendly and PDF ^

Is meldingsplicht genoemd in art. 8 Verordening en art. 2 Wet voorkoming misbruik chemicaliën in strijd met nemo tenetur-beginsel?

Hoge Raad 15 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:849

Het oordeel van het hof dat de veroordeling wegens het niet-nakomen van deze verplichting tot het verstrekken van informatie geen schending van het – door artikel 6 EVRM en tevens in het Handvest gewaarborgde – nemo tenetur-beginsel oplevert, getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk. Daaraan doet niet af, zoals in de toelichting op het cassatiemiddel wordt betoogd, dat als die verplichting wel wordt nageleefd het gevolg daarvan kan zijn dat een verdenking ontstaat ter zake van overtreding van de Opiumwet.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt overwegingen m.b.t. redelijk vermoeden van schuld en verhoorsituatie

Hoge Raad 15 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:853

Wanneer door de politie aan een verdachte gestelde vragen gaan over zijn betrokkenheid bij een strafbaar feit ten aanzien waarvan hij als verdachte is aangemerkt, is sprake van een verhoor. Op grond van artikel 27 lid 1 Sv wordt als verdachte aangemerkt degene te wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit voortvloeit. Dat vermoeden betreft zowel de omstandigheid dat een strafbaar feit wordt of is begaan, als de betrokkenheid van een persoon bij dat feit. Daarom kan, ook als (nog) niet vaststaat dat een strafbaar feit plaatsvindt of heeft plaatsgevonden, sprake zijn van een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit en daardoor van een verhoorsituatie.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Schending discriminatieverbod bij bestuursrechtelijke (thema)controle levert geen vormverzuim in strafrechtelijk onderzoek op

Hoge Raad 15 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:931

Het hof heeft vastgesteld dat door de gemeente Almelo een bestuursrechtelijke (thema)controle van de bijstandsuitkeringsgegevens van de verdachte is uitgevoerd en dat naar aanleiding van die controle een concrete verdenking tegen de verdachte is ontstaan, op grond waarvan strafrechtelijk onderzoek heeft plaatsgevonden naar het in deze zaak tenlastegelegde feit. Het hof heeft vervolgens geoordeeld dat voor zover in het kader van deze bestuursrechtelijke (thema)controle sprake zou zijn geweest van een schending van het discriminatieverbod.

Read More
Print Friendly and PDF ^