HR herhaalt overwegingen omtrent de individuele aansprakelijkheid van tot een groep behorende personen (deelnemers) voor onrechtmatig vanuit de groep toegebrachte schade ex art. 6:166 BW

Hoge Raad 3 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1726

Artikel 6:166 lid 1 BW bepaalt dat indien één van tot een groep behorende personen onrechtmatig schade toebrengt en de kans op het aldus toebrengen van schade deze personen had behoren te weerhouden van hun gedragingen in groepsverband, zij hoofdelijk aansprakelijk zijn indien deze gedragingen hun kunnen worden toegerekend.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Alle berichtgeving voor slachtoffers in één online overzicht

Vanaf het moment dat slachtoffers van een misdrijf aangifte doen bij de politie ontvangen zij van verschillende organisaties informatie over hun zaak. Al die informatie van politie, Openbaar Ministerie (OM), Slachtofferhulp Nederland, Centraal Justitieel Incassobureau en Schadefonds Geweldsmisdrijven is vanaf 16 november voor het slachtoffer op één centrale plek te vinden. In de persoonlijke online omgeving MijnSlachtofferzaak wordt aan de hand van een tijdlijn de voortgang van de zaak getoond en kunnen slachtoffers berichten van de organisaties eenvoudig terugvinden.

Read More
, ,
Print Friendly and PDF ^

Voorziening voor verzoeken tot snelle verwijdering van onrechtmatige online content

Het WODC heeft onderzoek gedaan naar bronnen die slachtoffers van strafbare feiten kunnen aanboren ter compensatie van hun schade en hoe compensatie van het slachtoffer en verhaal op de dader daadwerkelijk plaatsvindt. Er blijken vier hoofdbronnen van compensatie voor slachtoffers zijn, te weten private verzekering, sociale zekerheid, het Schadefonds Geweldsmisdrijven en verhaal op de dader.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conclusie AG over toewijzing vordering BP wegens immateriële schade in de zin van aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ (art. 6:106 BW)

Parket bij de Hoge Raad 27 oktober 2020, ECLI:NL:PHR:2020:991

Het middel bevat de klacht dat het oordeel van het hof tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij benadeelde tot immateriële schade van €1.758 en de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel van een onjuiste rechtsopvatting getuigt, althans onbegrijpelijk is. Daartoe wordt kort samengevat gesteld dat het onbegrijpelijk is dat het hof heeft geoordeeld dat voldoende verband bestaat tussen de bewezen verklaarde gedraging en de door de benadeelde partij benadeelde geleden schade terwijl het hof eveneens onvoldoende duidelijkheid heeft verschaft op grond waarvan het heeft geoordeeld dat er bij benadeelde immateriële schade is ontstaan die ingevolge art. 6:106 BW voor vergoeding in aanmerking komt.

Read More
, ,
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt relevante overwegingen m.b.t. gevallen waarin sprake kan zijn van aantasting in persoon ‘op andere wijze’ (art. 6:106 aanhef en onder b BW)

Hoge Raad 27 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1642

Van de in art. 6:106, aanhef en onder b, BW bedoelde aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ is in ieder geval sprake indien de benadeelde partij geestelijk letsel heeft opgelopen. Degene die zich hierop beroept, zal voldoende concrete gegevens moeten aanvoeren waaruit kan volgen dat in verband met de omstandigheden van het geval psychische schade is ontstaan. Daartoe is vereist dat naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel kan worden vastgesteld. Ook als het bestaan van geestelijk letsel in voornoemde zin niet kan worden aangenomen, is niet uitgesloten dat de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde, meebrengen dat van de in art. 6:106, aanhef en onder b, BW bedoelde aantasting in zijn persoon ‘op andere wijze’ sprake is.

Read More
Print Friendly and PDF ^