Dodelijk ongeval bij het aanbrengen/plaatsen van een damwand. Vrijspraak van het als werkgever (opzettelijk) handelen of nalaten in strijd met de Arbowet en/of het Arbobesluit.

Rechtbank Gelderland 28 april 2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:2366 De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde. Volgens de officier van justitie heeft verdachte opzettelijk handelingen verricht en/of nagelaten in strijd met de Arbeidsomstandighedenwet en het Arbeidsomstandighedenbesluit, terwijl daardoor, naar zij redelijkerwijs moest weten, levensgevaar of ernstige schade aan de gezondheid van werknemers te verwachten was.

Werknemers hebben werkzaamheden binnen de actieradius van de machine en het trilblok verricht, terwijl in de bedieningshandeling van Hyundai (de fabrikant van de graafmachine) en in de instructie- en veiligheidsvoorschriften van Verachtert (de fabrikant van de connectomaat/het hydraulisch snelwisselsysteem) en SAES (de fabrikant van het trilblok) staat aangegeven dat dit niet mag. Omdat dit een evident gevaarlijke manier van werken is, had in de Risico-inventarisatie en Evaluatie van verdachte moeten worden onderzocht of dit kon worden ondervangen door een andere manier van werken, bijvoorbeeld vanaf een ponton in het water en/of door het gebruik van een handgreep zodat op afstand gewerkt kan worden, hetgeen niet is gebeurd.

In de destijds geldende RI&E van 2009 is evenmin een beschrijving gegeven van de werkzaamheden, zoals die in de onderhavige zaak zijn uitgevoerd, en de daarbij ingezette arbeidsmiddelen met de daarbij behorende specifieke gevaren en risico’s voor werknemers.

De graafmachine is ook niet gekeurd en geschikt gemaakt voor het funderingswerk waar het voor gebruikt werd (het plaatsen van damwanden).

Na het ongeval is geconstateerd dat de spie klem liep tegen de constructie van het trilblok, waardoor deze niet volledig in de spievanger getrokken werd. Het uitrustingsstuk was dus onvoldoende vergrendeld. Dit is veroorzaakt doordat de arbeidsmiddelen die zijn gecombineerd (de graafmachine, het snelwisselsysteem en het trilblok) om daarmee damwanden te kunnen plaatsen, van verschillende fabrikanten zijn. Door de fabrikant van het snelwisselsysteem is ook aangegeven dat daaraan alleen een adapterplaat bevestigd mag worden van hetzelfde merk. Verdachte had daarom bij de fabrikant na moeten gaan of ook met de gebruikte adapterplaat gewerkt kon worden. Dat zij dit niet heeft gedaan, valt haar te verwijten.

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft verzocht verdachte van het feit vrij te spreken, nu primair, verdachte alles gedaan heeft ter voorkoming van gevaar voor anderen, en subsidiair, het dossier onvoldoende bewijs bevat dat het verwezenlijkte gevaar voorzienbaar was, en meer subsidiair, enige vorm van opzet niet wettig en overtuigend bewezen kan worden.

Beoordeling door de rechtbank

Uit de verklaringen van de vertegenwoordiger van verdachte, de verkoper van de graafmachine en het snelwisselsysteem, aannemer naam 1, naam 2 die het Aboma-rapport heeft opgesteld en naam 3, die als preventieadviseur, hoger veiligheidskundige en adviseur arbeidsomstandigheden de RI&E van verdachte heeft opgesteld, volgt naar het oordeel van de rechtbank dat het aanbrengen van een damwand, zoals dat in de onderhavige zaak heeft plaatsgevonden, onvermijdelijk met zich brengt dat zich daarbij op momenten een medewerker binnen de actieradius van de graafmachine en het trilblok bevindt. Om de planken precies te kunnen plaatsen is geleiding van de planken door een persoon nodig. Dit kan onvoldoende ondervangen worden door het gebruik van een handgreep, terwijl het gebruik van een ponton extra risico’s met zich brengt.

Eveneens volgt uit deze verklaringen naar het oordeel van de rechtbank dat de maatvoering van adapterplaten van trilblokken, die bevestigd worden aan de snelwisselsystemen, gestandaardiseerd is. Dat de oorzaak van het losraken van het trilblok in de onderhavige zaak gelegen was in een andere maatvoering van de adapterplaat, zoals door veiligheidskundige naam 4 en arbeidsinspecteur naam 5 ter zitting naar voren is gebracht, is strijdig met het voorgaande. naam 2 heeft ter terechtzitting ook toegelicht dat, zoals hij in zijn rapport reeds naar voren heeft gebracht, er verschillende factoren ten grondslag kunnen hebben gelegen aan het losraken van het trilblok en dat niet vastgesteld kan worden wat de meest waarschijnlijke oorzaak is. Hij heeft naar zijn zeggen ter plaatse in ieder geval niet geconstateerd dat de maatvoering van de adapterplaat niet paste bij het snelwisselsysteem.

Uit de verklaringen van naam 2 en naam 3 volgt dat het combineren van een graafmachine, snelwisselsysteem en trilblok om daarmee damwanden te plaatsen, die machine niet ongeschikt maakt voor die werkzaamheden.

In de RI&E van 2009 van verdachte staat niet aangegeven wat de specifieke risico’s zijn van het plaatsen van damwanden met een combinatie van een graafmachine, snelwisselsysteem en trilblok. Na het ongeval is dit wel vastgesteld, namelijk in de RI&E van 2014. Naar het oordeel van de rechtbank zou te verwachten zijn geweest, gelet op de aard van de werkzaamheden, waarbij een zwaar trilblok gekoppeld wordt aan het snelwisselsysteem van de graafmachine en het nodig is dat een werknemer zich binnen de actieradius daarvan bevindt, dat dit reeds eerder in de RI&E opgenomen zou zijn. naam 3 heeft ter zitting toegelicht dat dit niet eerder is gedaan omdat het losraken van het trilblok niet gezien werd als een risico, vanwege de omstandigheid dat dit nog nooit eerder is voorgekomen, de omstandigheid dat dit risico ondervangen wordt doordat de machinist twee verschillende handelingen tegelijkertijd moet uitoefenen, zowel met handen als voeten, om het trilblok los te koppelen en de omstandigheid dat bij verdachte ieder jaar een keuring plaatsvindt van de machines en andere arbeidsmiddelen. Bij die keuring wordt beoordeeld of machines en andere arbeidsmiddelen voldoen en op de juiste manier gebruikt worden en ook of er een duidelijke werkinstructie is en hoe er voorlichting gegeven wordt. Dit laatste wordt ondersteund door de door de verdediging overgelegde Auditrapporten over de jaren 2011 tot en met 2015 waarin staat opgenomen dat op allerlei aspecten controles hebben plaats gevonden, waaronder ‘risico’s en wetgeving’, ‘veiligheid’, ‘middelen’ en ‘vakbekwaamheid’; ook zijn er projecten bezocht in het kader van het ‘productieproces’. Daarin staat onder meer ook opgenomen dat tijdens werkoverleggen de risico’s van grondverzetmachines behandeld zijn.

Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte geen strafrechtelijk verwijt kan worden gemaakt van het feit dat in de RI&E van 2009 niet is aangegeven wat de specifieke risico’s zijn van het plaatsen van damwanden met een combinatie van een graafmachine, snelwisselsysteem en trilblok.

Het voorgaande in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank niet wettig en

overtuigend bewezen dat verdachte handelingen heeft verricht en/of heeft nagelaten in strijd met de Arbeidsomstandighedenwet en/of het Arbeidsomstandighedenbesluit, terwijl daardoor, naar zij wist of redelijkerwijs moest weten, levensgevaar of ernstige schade aan de gezondheid van werknemers te verwachten was.

De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het tenlastegelegde.

Lees hier de volledige uitspraak.

 

Print Friendly and PDF ^

Boete van EUR 200.000 geëist voor arbeidsongeval

Het Functioneel Parket heeft op maandag 18 april in de rechtbank in Middelburg een boete van in totaal 200.000 euro geëist tegen zowel Uhde Gmbh als Hertel Gmbh, omdat zij volgens het Openbaar Ministerie onvoldoende hebben gedaan om een arbeidsongeval te voorkomen. Twee werknemers kwamen in april 2011 om het leven bij laswerkzaamheden met formeergas aan een tank op een bedrijventerrein in Sluiskil: “Als werkgever heb je de verplichting om zorg te dragen voor een zo veilig mogelijke werkomgeving en daarin zijn Uhde en Hertel niet geslaagd. Dat reken ik beide bedrijven aan.” zei de officier op zitting. Uit het onderzoek door de Politie en Inspectie SZW blijkt dat de twee werknemers zijn omgekomen doordat de tank waaraan zij de laswerkzaamheden moesten uitvoeren, was volgelopen met formeergas. Dat gas zorgt ervoor dat er onvoldoende zuurstof in de ruimte is. Het bedrijf in Sluiskil had voor een in aanbouw zijnde installatie de aannemers Uhde en Hertel ingehuurd voor werkzaamheden aan een tank, die op hun beurt weer werknemers van Bosnisch bedrijf inhuurden. De ingehuurde werknemers van dat bedrijf hadden geen eigen veiligheidskundige en waren dus afhankelijk van de veiligheidskundigen van Uhde en Hertel. Die gaven de veiligheidsinstructies in het Duits, een taal die de werknemers onvoldoende beheersten.

Daarnaast hadden de veiligheidskundigen de risico’s in kaart moeten brengen van het formeergas waar de twee werknemers mee werkten in een besloten ruimte. Dat zou niet op een goede manier in kaart zijn gebracht, waardoor men niet bedacht was op de gevaren en risico’s van het werken met het gas. “Door zo te werken kan aan Uhde en Hertel de dood van deze twee medewerkers verweten worden. Zij waren verantwoordelijk voor de veiligheid van de door hen ingehuurde werknemers” zei de officier van justitieop zitting.

Veiligheidscultuur onvoldoende

Het was niet de eerste keer dat de veiligheidsvoorschriften onvoldoende nageleefd werden, zo blijkt uit het onderzoek. Er zou sprake zijn geweest van een gebrekkige organisatiestructuur en onvoldoende controle op naleving van veiligheidsvoorschriften: “Veiligheidskundigen waren afhankelijk van de informatie die er bij de aanvraag van de werkvergunning werd ingevuld.

De enige manier om na te gaan wat er feitelijk gebeurde, was door te gaan kijken en dat werd niet of nauwelijks gedaan” zei de officier op zitting. Ze somde nog meer voorbeelden op: “De werkvergunningen waren bedoeld voor een situatie van een in bedrijf zijnde installatie en niet voor een in aanbouw zijnde installatie. De werkvergunningen niet toegesneden op deze situatie hetgeen voor verwarring en onduidelijkheid zorgde. Daarnaast was er wel iemand die veiligheidsinstructies vertaalde voor werknemers, maar er werd niet gecontroleerd of de werknemers de instructies wel begrepen hadden.” Er werd ook niet gevraagd naar het gebruik van hulpgassen bij het lassen, wat wel had moeten gebeuren, aldus het OM.

De gevaren van het gebruik van (hulp) gassen zoals formeergas bij het lassen zijn bij de bouw van de installatie onvoldoende onderkend. De risico's zijn onderschat met de gevolgen van dien. De hulpdiensten die na het arbeidsongeval ter plaatse kwamen waren onvoldoende op de hoogte van waar de slachtoffers zich bevonden. Er was geen veiligheidskundige meer aanwezig.

De hulpdiensten zijn ook niet gewaarschuwd voor de mogelijke aanwezigheid van het (explosieve) gas. “Het niet de vraag of het mis zou gaan, het was alleen de vraag wanneer het mis zou gaan” zei de officier: “Als je welbewust en weloverwogen een onveilige werkomgeving creëert doordat je de van toepassing zijnde regels met voeten treedt en bovendien structureel en over een langere periode, dan kan je verwachten dat het fout gaat. Ze hadden kunnen weten dat door zo te werken op enig moment iemand schade zou oplopen.

Dat risico hebben ze welbewust gecreëerd en aanvaard en derhalve daarmee de eventuele gevolgen ook op de koop toe genomen.” De officier van justitie noemde het op zitting een ernstig misdrijf: “De werknemer bevindt zich in een afhankelijk positie en heeft behalve het nemen van ontslag niet zo heel veel opties om uit te kiezen.

Als werknemer ben je betrekkelijk weerloos en overgeleverd aan je bazen.” Mede daarom vindt de officier van justitie een boete van in totaal 200.000 euro passend.

De rechtbank doet op 6 juni uitspraak.

Bron: OM

 

 

Print Friendly and PDF ^

'Asbest op het dak? Het verbod, de handhaving en de subsidiemogelijkheden'

Per jaar worden ongeveer 4 miljoen m² asbesthoudende daken verwijderd. Indien dit tempo wordt aangehouden, zijn alle asbesthoudende daken verwijderd in 2044. Dit gaat de staatssecretaris niet snel genoeg. Vanwege de – met de ouderdom van asbestdaken – toenemende gezondheidsrisico’s is besloten tot invoering van een verbod per 2024. Om deze doelstelling te kunnen behalen, is niet alleen het verbod in het vooruitzicht gesteld. De staatssecretaris heeft in de wijziging van het Avb 2005 ook een bepaling opgenomen waarmee wordt benadrukt dat gemeenten hun huidige handhavingsbevoegdheden moeten blijven inzetten. In deze bijdrage worden, na een korte weergave van de wijziging van het Avb 2005, de huidige handhavingsbevoegdheden van gemeenten worden geschetst. Voorts worden de subsidiemogelijkheden besproken voor de verwijdering van asbesthoudende dakbedekking.

Lees verder:
  • Asbest op het dak? Het verbod, de handhaving en de subsidiemogelijkheden door P.J.G Goumans & P.W.H. Herder in Tijdschrift voor Agrarisch Recht nr. 2, 2016
Print Friendly and PDF ^

50.000 euro boete voor Enrichment Technology Almelo na dood medewerkers

Rechtbank Overijssel 7 maart 2016, ECLI:NL:RBOVE:2016:755

Enrichment Technology Nederland (ETNL) in Almelo krijgt een boete opgelegd van 50.000 euro na een bedrijfsongeval als gevolg waarvan twee medewerkers overleden. De twee mannen stikten bij het schoonmaken van een oven. Het bedrijf ontwikkelt onder meer installaties om uranium te verrijken voor kerncentrales.

Vooraf onderzoek oven vereist

ETNL verzaakte haar zorgplicht toen de twee mannen een zogenaamde Ipsen-oven gingen schoonmaken. De oven had van te voren moeten worden onderzocht, omdat het risico groot was dat die ruimte het verstikkende en levensgevaarlijke gas Argon bevatte. Het bedrijf schoot te kort in haar zorgplicht en hierdoor zijn de twee medewerkers overleden.

Potentieel gevaar

De rechtbank vindt dit zeer ernstig en rekent het ETNL aan dat zij niet de verantwoordelijkheid heeft genomen die zij voor haar medewerkers had. Vooral omdat ETNL eerder is geconfronteerd met een dodelijk ongeval. Het bedrijf was daarom op de hoogte van het belang van zeer zorgvuldige veiligheidsvoorzieningen, vanwege de potentiële gevaren die de werkzaamheden binnen zo’n bedrijf met zich brengen.

Prijzenswaardig

Daar tegenover staat dat het bedrijf na het noodlottige ongeval door invoering van een breed scala aan maatregelen getracht heeft de veiligheidsvoorzieningen naar het hoogst mogelijke niveau te tillen. Daarnaast acht de rechtbank het prijzenswaardig hoe ETNL de nabestaanden in de nasleep van het ongeval heeft bijgestaan.

Lees hier de volledige uitspraak.

 

 

Print Friendly and PDF ^

'Nieuw Arboboetebeleid: de introductie van nieuwe matigingsgronden voor het bepalen van de hoogte van Arboboetes'

Op 18 december 2015 is de wijziging van de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidsomstandighedenwetgeving (“nieuwe Arboboetebeleid”) in werking getreden. In het nieuwe Arboboetebeleid heeft de minister van SZW vier afzonderlijke matigingsgronden geïntroduceerd. Deze matigingsgronden worden betrokken bij het bepalen van de hoogte van boetes die de minister oplegt voor overtredingen op grond van de Arbeidsomstandighedenwetgeving. Dit nieuwe Arboboetebeleid is het gevolg van de uitspraak van 6 mei 2015 waarin de Afdeling het oude boetebeleid onredelijk achtte. In voornoemde uitspraak zette de Afdeling een streep door het tot dan toe geldende boetebeleid. De Afdeling oordeelde in die uitspraak dat het op cumulatieve wijze toepassen van matigingsgronden onredelijk was. Naar aanleiding van die uitspraak schrapte de minister van SZW op 3 september 2015  het cumulatieve matigingssysteem in het oude boetebeleid. Vanaf dat moment bleef het onduidelijk hoe en op welke wijze de hoogte van Arboboetes zou worden bepaald. Het nieuwe Arboboetebeleid geeft dat inzicht wel.

Lees verder:

 

Print Friendly and PDF ^