OM niet-ontvankelijk nu bij verdachte het gerechtvaardigde vertrouwen is gewekt dat de ontnemingsvordering zou komen te vervallen
/Rechtbank Midden-Nederland 24 augustus 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:4402
Bij een beroep op het vertrouwensbeginsel dient de rechtbank na te gaan of sprake is van door het openbaar ministerie gedane, of aan het openbaar ministerie toe te rekenen uitlatingen die bij een Verdachte het gerechtvaardigde vertrouwen hebben gewekt dat geen ontnemingsvordering zou worden ingediend of dat de ontnemingsvordering zou komen te vervallen.
De rechtbank stelt vast dat op 15 december 2021 een e-mailbericht aan de raadsvrouw van Verdachte is verzonden. Het e-mailbericht is verstuurd door een medewerker van het openbaar ministerie, waarbij is aangegeven dat deze in overleg met de officier van justitie is verzonden. In dit e-mailbericht staat het volgende opgenomen:
Goedemorgen,
In overleg met de Officier van Justitie kan ik u het volgende berichten.
De Officier heeft besloten om medeplichtigheid subsidiair aan de tenlastelegging toe te voegen. Daarmee komt de ontnemingsvordering in zijn geheel te vervallen. Er komt dan ook geen ontnemingsdossier.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
GPS superuser
Medewerker ZV-I
Openbaar Ministerie
Arrondissementsparket Midden-Nederland
Met de raadsvrouw en de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat Verdachte na ontvangst van dit e‑mailbericht geen rekening meer had hoeven te houden met een ontnemingsvordering. Verdachte mocht er gerechtvaardigd op vertrouwen dat de ontnemingsvordering was komen te vervallen. De rechtbank zal het openbaar ministerie daarom niet ontvankelijk verklaren in de ontnemingsvordering.
De rechtbank verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de vordering tot ontneming.
Lees hier de volledige uitspraak.