Artikel: De inbedding van de taken en verantwoordelijkheden van het Openbaar Ministerie in het nieuwe Wetboek van Strafvordering
/De vraag is of de focus op ‘opsporing en vervolging’ in de hedendaagse (en toekomstige) strafrechtpraktijk nog wel zo naadloos aansluit op de kerntaak van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde zoals die is neergelegd in artikel 124 Wet op de rechterlijke organisatie. In het verlengde van die vraag ligt de vraag of de totstandkoming van een nieuw Wetboek van Strafvordering aanleiding zou moeten geven tot (ook) een herbezinning op de inbedding van de taken en verantwoordelijkheden van het Openbaar Ministerie. Die vragen staan in onderhavige bijdrage en in de hierna volgende bijdragen van Mevis en Bonnes centraal. In de onderhavige bijdrage gaat de aandacht uit naar de vraag wat nu (in het heden; en dus vanuit het perspectief van de moderniseringswetgever) tot de kerntaak (tot strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde) moet worden gerekend.
Lees verder:
De inbedding van de taken en verantwoordelijkheden van het Openbaar Ministerie in het nieuwe wetboek van Strafvordering door M.F.H. Hirsch Ballin in Boom Strafblad