Veroordeling Belgische rechtspersoon Create Commerce wegens grootscheepse oplichting en gewoontewitwassen in vereniging in PlanB4you zaak. Rb ziet geen redelijk strafrechtelijk doel meer dat oplegging van boete kan dienen

Rechtbank Amsterdam 4 mei 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:2661 Verdachte in deze zaak is Create Commerce bvba, een Belgische zusteronderneming van PlanB4you. Deze Belgische rechtspersoon wordt veroordeeld wegens grootscheepse oplichting en gewoontewitwassen in vereniging.

Het betreft oplichting met een digitaal marketingnetwerk-concept waarmee ruim € 3 mln inleggeld van circa 17.000 leden is gemoeid en waaruit forse geldbedragen zijn witgewassen, door de feitelijk bestuurder. Forse geldbedragen uit dit eigen misdrijf zijn witgewassen. Het beroep op de kwalificatie-uitsluitingsgrond wordt verworpen, behalve voor zover het beslagen geldbedragen betreft.

Er volgt vrijspraak voor de verbodsovertreding van de Wet op de Kansspelen, omdat de rechtbank het concept niet aanmerkt als een ‘piramidespel’, maar als een ‘Ponzi scheme’.

Klik hier voor de uitspraak in de zaak van de feitelijk leidinggever en hier voor de uitspraak in de zaak tegen PlanB4you.

Verdenking

Aan verdachte is ten laste gelegd dat zij zich in de periode van 1 juli 2013 tot en met 18 februari 2015 heeft schuldig gemaakt aan

  1. het medeplegen van oplichting, waarbij personen zijn bewogen tot afgifte van ongeveer 5 miljoen euro; en
  2. het medeplegen van het exploiteren van een piramidespel; en
  3. het medeplegen van gewoontewitwassen van ongeveer 5 miljoen euro.

Feiten

Centraal in deze zaak staat het concept PlanB4You. Dit concept werd gepresenteerd als een uniek netwerk marketing concept, waarmee leden extra inkomen kunnen opbouwen en aantrekkelijke producten met korting konden kopen. Informatie over dit concept werd met potentiële en bestaande leden gedeeld via een eigen website, filmpjes op het internet en sociale media, en bijeenkomsten/seminars in Nederland en België. Potentiële leden konden zich vanaf 1 juli 2013 inschrijven. Vanaf 1 oktober 2013 is het concept daadwerkelijk van start gegaan.

De verdienmodellen

Binnen het concept PlanB4You kunnen vijf verdienmodellen worden onderscheiden. Hierbij moet worden opgemerkt dat over de werking van deze modellen niet steeds gelijkluidend wordt gecommuniceerd en deze werking bovendien na verloop van tijd lijkt te wijzigen. Voor een goed begrip van het aangeboden concept volgt hieronder per verdienmodel een samenvatting, hoofdzakelijk gebaseerd op de analyse door de FIOD van de informatie die daarover via verschillende communicatiekanalen is verstrekt. Deze verdienmodellen luiden als volgt.

  1. het klikblokje
  2. de Brickx
  3. het actief inkomen
  4. het passief inkomen
  5. de Profit Parts.

Ad.1. Verdienmodel 1 – Het klikblokje

Als het account is geactiveerd kan het lid starten met het klikken op banners van ondernemingen in de webshop van PlanB4You. Een lid van PlanB4You kan een klikblokje aanschaffen voor €40. Het klikblokje bestaat uit 250 kliks en is de motor van een account, oftewel de sleutel die toegang geeft tot het overige gedeelte van de website.

Een lid moet per dag op maximaal tien banners klikken. Hierdoor krijgt een lid de keuze om een product uit de webshop aan te schaffen of om terug te keren naar een eerdere webpagina. Het klikken op een banner levert €0,20 op, met een maximum van €2 per dag. Na 25 dagen (250 kliks) heeft een lid €50 verdiend, is het klikblokje volgelopen en vervalt het klikblokje. Met de verdiende €50 kan het lid een nieuw klikblokje kopen voor €40 en houdt het lid €10 winst over. Het lid krijgt twee opties voor de besteding van deze €10. De eerst optie is om €7,50 uit te laten betalen op de eigen bankrekening en €2,50 te besteden in de webwinkel. De tweede optie is om de €10 te sparen voor de aanschaf van extra blokjes, zogeheten Brickx.

Van de circa 22.000 aanmelders hebben ongeveer 17.000 personen daadwerkelijk het eerste klikblokje volgestort en daarmee het account geactiveerd.

Ad.2. Verdienmodel 2 – De Brickx

Brickx zijn de bouwstenen van een account. Met één Brickx is een lid gekwalificeerd om actief inkomen te verdienen, zoals bedoeld in verdienmodel 3. De inkomsten uit Brickx komen uit publiciteit, waarmee wordt bedoeld de inkomsten uit advertenties en banners op de website van PlanB4You en de inkomsten uit eigen producten die PlanB4You aan derden verkoopt. De verdiensten van de Brickx variëren, omdat deze afhankelijk zijn van de dagwinst. Een lid kan maximaal 500 Brickx kopen en maximaal 2.500 Brickx bezitten. Een Brickx kost €40.

Uit een rekenvoorbeeld in een filmpje van PlanB4You op Youtube blijkt dat een Brickx per dag tussen €0,30 en €2 oplevert, afhankelijk van de dagwinst. Met de dagwinst wordt bedoeld de winst die twee dagen daarvoor is behaald. Het filmpje toont dat dagopbrengsten worden vastgesteld door opbrengsten uit publiciteit en projecten te delen door het totaal aantal actieve Brickx van alle leden. De gemiddelde dagwinst is €1 euro en als €50 is verdiend is de Brickx volgelopen. Van deze €50 kan voor €40 een nieuwe Brickx worden gekocht en de andere €10 kan voor €7,50 worden uitbetaald en voor €2,50 worden besteed in de webwinkel. De €10 kan ook gespaard worden, waarna, indien dat vier keer is gebeurd, automatisch een nieuwe Brickx wordt gekocht.

Ad.3. Verdienmodel 3 – Actief inkomen

In het filmpje genaamd ‘NL 2 – Uitleg actief inkomen PlanB4You’ volgt dat leden in aanmerking komen om actief inkomen te verdienen als zij een Brickx bezitten of als zij twee andere personen inschrijven bij PlanB4You. Zodra een lid is gekwalificeerd, ontvangt het lid 1% van de winst over de verkoop van producten in de webwinkel van PlanB4You. Dit betreft 1% van de winst uit aankopen die gedaan worden door de maximaal 62 personen die onder het lid hangen. Indien meer mensen lid worden en meer Brickx worden aangeschaft, zal het lid een hoger percentage van de winst uit de webwinkel verdienen. Om actief inkomen te verdienen is het niet verplicht dat een lid nieuwe leden inschrijft.

Ad.4. Verdienmodel 4 – Passief inkomen

Het aanbrengen van nieuwe leden is bij PlanB4You niet verplicht, maar leden worden wel beloond met maandelijks terugkerend passief inkomen voor mond-tot-mondreclame. Een lid kan namelijk geld verdienen via een binair stelsel. Zodra een lid andere personen gaat registreren, worden zij geplaatst in het passieve binaire stelsel tot en met de zesde laag van het aanbrengende lid. De eerste laag bevat twee personen, de tweede laag bevat vier personen, de derde laag bevat acht personen, de vierde laag bevat zestien personen, de vijfde laag bevat 32 personen en de zesde laag bevat 64 personen. In totaal kan een binair stelsel dus 126 personen bevatten. Aan elke laag is een bepaald uitkeringspercentage gekoppeld, welk percentage hoger is in de eerste laag en afloopt naar de zesde laag. De percentages bedragen 10%, 5%, 3%, 2%, 1% en 0,5%. De hoogte van het uit te keren bedrag is afhankelijk van het aantal Brickx dat de aangebrachte leden hebben gekocht. Dit is het passieve inkomen. Van dit passieve inkomen worden automatisch nieuwe Brickx gekocht.

Ad.5. Verdienmodel 5 – Profit Parts

Profit Parts betreft een private group, waaraan deelname alleen op uitnodiging mogelijk is. Profit Parts zijn beschikbaar voor nevenprojecten en –ondernemingen van PlanB4You, te weten Foodze, TokoJohny, PowerFuel, Pharma en FundingWall. De Profit Parts zijn alle aangekocht voor €0,01 en kunnen worden verkocht tegen de op het moment van verkoop geldende waarde. De waarde wordt bepaald door de vraag naar en het aanbod van de betreffende Profit Parts. De opbrengst van Profit Parts zou worden gebruikt om nieuwe ondernemingen en projecten op te starten.

- Rol medeverdachte en wijze van samenwerking

medeverdachte is de enige persoon die de dagelijkse activiteiten rond het concept PlanB4You bepaalde en aanstuurde. Hij is naar eigen zeggen de mastermind achter het concept. medeverdachte had tevens een bepalende rol in de uitvoering van het concept. Hij werkte daartoe samen met vrienden en familieleden. Zij hadden geen formeel dienstverband. Wel kregen zij van medeverdachte bepaalde vermogensbestanddelen in ruil voor hun werkzaamheden.

Ook gebruikte hij twee rechtspersonen als vehikel voor de activiteiten van het concept PlanB4You. De Belgische vennootschap Create Commerce BVBA werd op 7 februari 2013 overgenomen door onder meer naam, die geregistreerd werd als zaakvoerder van Create Commerce. In de praktijk had deze naam niets met deze onderneming van doen. medeverdachte mocht in verband met een eerder faillissement geen onderneming op zijn naam hebben in België en had daarom naam verzocht formeel als zaakvoerder geregistreerd te worden. medeverdachte was evenwel bij deze onderneming de feitelijk alles bepalende persoon. medeverdachte richtte op 6 maart 2014 in Nederland PlanB4You B.V. op, met hemzelf als formeel bestuurder en enig aandeelhouder. Schrabregs was ook hier feitelijk de alles bepalende persoon.

Voorinschrijving voor het concept PlanB4You was mogelijk vanaf 1 juli 2013 door het verschuldigde inlegbedrag te storten op de rekening van Create Commerce BVBA. Na de oprichting van PlanB4You B.V. en het openen van een bankrekening op naam van PlanB4You B.V. konden de inleggelden ook naar deze vennootschap worden overgemaakt. Tijdens beslagleggingen werden inleggelden ontvangen op de bankrekening van medeverdachte.

Bedrijfseconomische activiteiten

Naast de inleg van leden zou PlanB4You andere inkomsten genereren, waardoor het aan de leden toegezegde rendement kon worden behaald en uitbetaald. Inkomsten zouden worden behaald uit advertenties, projecten en nevenbedrijven. medeverdachte heeft verklaard voornemens te zijn geweest een grote onderneming op te zetten, die op alle behoeften in zou spelen. Advertentieruimte op de website zou pas worden verkocht, zo verklaarde medeverdachte vanaf 2014, als de website hoog genoeg in de Alexa-ranking zou staan, een graadmeter die aangeeft wat wereldwijd de meest bezochte websites zijn.

Een andere grote inkomstenbron zou ‘Toko Johny’ worden, een keten van restaurants met Surinaamse gerechten. Op bijeenkomsten en presentaties zijn eerder Roti-rollen verkocht, die volgens medeverdachte in de smaak vielen bij de leden en potentiële leden van PlanB4You.

PlanB4You zou zelfvoorzienend worden, waardoor leden nimmer bij externe ondernemingen zouden hoeven te consumeren. Diverse producten als cosmetica, verf en energiedrankjes zouden worden geproduceerd en verkocht. Kort na de start van PlanB4You is daadwerkelijk een webwinkel geopend waar allerlei producten konden worden aangeschaft. Denk hierbij aan cosmetica op basis van ezelinnenmelk, horloges en een gemotoriseerde speelgoedhelikopter. Andere projecten en nevenbedrijven, alsmede de verwerving van advertentie-inkomsten zijn nimmer opgestart dan wel verworven. Dit maakt dat de opbrengst die PlanB4You heeft gemaakt vanaf de start tot en met het jaar 2014 bestaat uit inleggeld van de leden, hetgeen om en nabij 5 miljoen euro bedraagt, en de opbrengst uit de webwinkel, welke om en nabij €50.000 beloopt.

Uitgaven

Tussen 1 juli 2013 en 31 december 2014 zijn diverse transacties verricht van de bankrekeningen van medeverdachte, PlanB4You B.V. en Create Commerce BVBA. Zo is ruim 1,2 miljoen uitbetaald aan leden, is ruim 1 miljoen overgeboekt naar de privéspaarrekening van medeverdachte en is ruim 8 ton besteed bij geld- en betaalautomaten, aan auto’s en aan vrienden en familieleden.

Het standpunt van het Openbaar Ministerie

De officieren van justitie hebben gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle primair ten laste gelegde feiten. De oplichting in vereniging kan worden bewezen op grond van de bevindingen van de FIOD en de verklaringen van getuigen, waaruit blijkt dat verdachte de in de tenlastelegging genoemde oplichtingsmiddelen heeft ingezet. Verdachte exploiteerde geen goed lopende onderneming, maar verkocht gebakken lucht teneinde zichzelf te bevoordelen. Het concept PlanB4You is een ‘Ponzi scheme’ en dient aldus aangemerkt te worden als een verboden piramidespel, zoals bedoeld in de Wet op de Kansspelen. Enkele leden waren er immers van op de hoogte dat zij uitbetaald kregen van de inleg van latere leden. Nu de inleg van de leden is verworven door enig misdrijf, is het voorhanden hebben van die gelden aan te merken als witwassen. De misdrijven betreffen in kwestie de oplichting door verdachte en het deelnemen aan een piramidespel door alle leden van PlanB4You.

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank zal eerst beoordelen of de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde gedragingen op zich bewezen kunnen worden en vervolgens de vraag beantwoorden of de verdachte rechtspersoon deze ten laste gelegde strafbare feiten – al dan niet in vereniging – heeft gepleegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 51 Sr.

Feit 1: Oplichting

Gewekt vertrouwen

medeverdachte heeft door middel van het lanceren van het concept PlanB4You het vertrouwen gewekt dat de verdienmodellen het voorgespiegelde rendement zouden behalen. Hij kwam bovendien in persoon naar de meeste presentaties. Hiermee heeft medeverdachte, zo blijkt uit de verklaringen van aanwezigen, de indruk gewekt dat hij open stond voor kritische vragen en feedback niet schuwde. Door de informatie uit de presentaties te herhalen, veel informatie te verstrekken in korte tijd en rekenvoorbeelden te presenteren versterkte medeverdachte de verwachting dat binnen afzienbare tijd met PlanB4You aanvullend inkomen kon worden gegenereerd. Medeverdachte heeft zijn stellingen verder kracht bij gezet door herhaaldelijk te verklaren dat hij het concept in Nederland en België is begonnen, omdat in deze twee landen de strengste wetgeving voor ondernemingen en financiële producten van kracht is. In de tenlastelegging wordt hetgeen door medeverdachte zou zijn voorgewend uitgewerkt in acht feitelijke gedragingen die kunnen worden samengevat in de volgende vier categorieën:

  1. mededelingen over inkomsten van PlanB4You;
  2. mededelingen over dagwinsten;
  3. mededelingen over Profit Parts;
  4. mededelingen over uitbetalingen aan leden van PlanB4You.

Ad.1: mededelingen over inkomsten van PlanB4You

In de promotiefilmpjes, die PlanB4You via het eigen Youtube-kanaal beschikbaar heeft gesteld, werd medegedeeld dat PlanB4You inkomsten genoot uit advertenties, banners, publiciteit en projecten. Een deel van deze mededelingen is afgevlakt, zo hebben de raadsvrouwen aangevoerd. Dat verdachte op de live presentaties heeft verklaard, dat er nog geen advertentie-inkomsten werden gegenereerd, doet echter aan de leugenachtige aard van deze eerdere mededeling niet af, onder meer omdat gelet op het aantal leden verreweg het merendeel van deze leden moet zijn ingestapt alleen op basis van informatie die hen via het internet heeft bereikt en niet via de bijeenkomsten. Bovendien is gesteld noch gebleken dat ook de mededelingen over andere inkomsten dan advertentie-inkomsten zouden zijn afgevlakt.

Ad.2: mededelingen over dagwinsten

Via verschillende communicatiekanalen werd meegedeeld dat de verkoop van producten uit de webwinkel dermate veel zou opleveren, dat ten minste €0,30 winst per dag per Brickx aan de leden kon worden gegarandeerd. De gemiddelde dagwinst zou liggen op €1. Er is in de promotiefilmpjes van PlanB4You een rekensom gemaakt, waaruit volgde dat de dagopbrengst werd berekend door de opbrengsten uit publiciteit en projecten te delen door het totaal aantal actieve Brickx van alle leden. Doordat dagwinsten ook daadwerkelijk zijn gecommuniceerd aan de leden en op basis daarvan ook rendement is toegekend aan leden, is de indruk gewekt bij de leden dat dagelijks inkomen werd gegenereerd en dagelijks winst werd gemaakt.

Ad.3: mededelingen over Profit Parts

Via verschillende communicatiekanalen werd meegedeeld dat de Profit Parts gezien moesten worden alscrowd funding. Leden investeerden in PlanB4You, dat de geïnvesteerde gelden zou aanwenden om projecten en nevenbedrijven op te starten. De koers zou worden bepaald aan de hand van vraag en aanbod, en de meerwaarde na verkoop door het lid zou winst zijn. Dat de koers zou stijgen was zeker, nu de projecten en ondernemingen waarvoor deze gelden werden aangewend vanaf de start winstgevend zouden zijn. Om deze verwachting kracht bij te zetten heeft medeverdachte meermalen via nieuwsberichten op de website en Facebook aan de leden medegedeeld dat de opbouw van diverse Toko Johny’s aanstaande was.

Ad.4: mededelingen over uitbetalingen aan leden van PlanB4You

Aan de leden is voorgehouden dat zij op termijn hoge inkomsten konden genieten uit PlanB4You. Meerdere leden hebben verklaard te hebben deelgenomen vanwege de winstverwachting en het hoge rendement dat hen gegarandeerd werd. Op de website van PlanB4You werd de dagwinst vermeld en in het persoonlijke account van ieder lid werd vermeld hoeveel dat lid reeds aan extra inkomen had verdiend. Dit waren grote bedragen die bovendien exponentieel groeiden. Om deze mededelingen kracht bij te zetten heeft medeverdachte uitbetalingen verricht aan leden. Tussen 1 juli 2013 en 31 december 2014 is ruim 1,2 miljoen euro uitbetaald aan leden.

De werkelijkheid

De werkelijkheid achter het concept PlanB4You was op de volgende onderdelen anders dan de gewekte indruk.

Inkomsten van PlanB4You, de webwinkel en dagwinsten

Niets van de mededelingen over inkomsten uit advertenties, banners, publiciteit en projecten was waar, zo heeft medeverdachte ter terechtzitting bekend. De advertentieruimte op de website was niet verkocht, PlanB4You heeft geen projecten opgestart en van enige substantiële opbrengst uit de webwinkel is niet gebleken. Het geld dat in de webwinkel werd uitgegeven bestond bovendien vooral uit virtueel geld, te weten het verplicht uit te geven kwart deel van de winst die, zoals het aan de leden werd voorgespiegeld, zou zijn gemaakt met hun inleg op klikblokjes en Brickx. In werkelijkheid werd er geen winst gemaakt, zodat de inkomsten van de webshop bestonden uit niet-bestaand geld, terwijl de producten die de webshop inkocht en aan leden toezond met bestaand geld moesten worden ingekocht. De inkomsten van PlanB4You bestonden voor een verwaarloosbaar deel uit gelden die niet zijn ingelegd door de leden, maar anderszins zijn verworven. De verkoop van producten was minimaal. Van winst was al helemaal geen sprake. Dagwinsten werden verzonnen door medeverdachte en door hem, voorafgaand aan iedere maand, doorgegeven aan de website-beheerder, die de bedragen op verzoek van medeverdachte per dag op de website heeft weergegeven. Aldus is de indruk gewekt bij de leden dat dagelijks winst werd gemaakt uit de webwinkel. Dit betekent dat de inkomsten van PlanB4You vanaf de start tot en met 2014 bestaan uit inleggeld van de leden, hetgeen ongeveer 5 miljoen euro bedraagt, en uit de opbrengsten uit de webwinkel, die ongeveer €50.000 belopen.

Geen opgestarte projecten en ondernemingen

Er zijn geen projecten gestart of nevenondernemingen opgericht. De gelden die de leden hebben ingelegd ten behoeve van de Profit Parts zijn, net als de overige inleggelden, op de rekeningen van medeverdachte en zijn vennootschappen terecht gekomen, en daarmee is nimmer geïnvesteerd in bedrijfseconomische activiteiten. medeverdachte heeft deze informatie structureel achtergehouden, terwijl alleen hij wist dat van de opstart van winstgevende projecten en ondernemingen geen sprake was.

Geen bedrijfsplan of toetsing

Voor het concept PlanB4You is nimmer een bedrijfsplan opgesteld en het concept PlanB4You is nimmer door een professional getoetst. Er is geen administratie bijgehouden. Pas nadat een strafrechtelijk onderzoek tegen medeverdachte en zijn medeverdachten was gestart heeft hij ervoor gekozen eenquick scan van het concept PlanB4You uit te laten voeren door een forensisch onderzoeksbureau. Desondanks heeft medeverdachte tijdens bijeenkomsten gesproken over een bedrijfscontrole, uitgevoerd door het gerenommeerde advocatenkantoor naam advocatenkantoor, waar zijn partner werkzaam is, welke controle zo hebben geleid tot het oordeel dat het een legitiem bedrijfsconcept zou zijn. Van een controle door naam advocatenkantoor is echter nimmer sprake geweest.

Privé-uitgaven

Ondanks uitgebleven zakelijke investeringen heeft medeverdachte wel op grote schaal privé-uitgaven gedaan, bestaande uit de aanschaf van onder meer een Maserati, Porsche en een Mini Cooper voor zichzelf, zijn familie en zijn vrienden. Ook heeft medeverdachte de nodige gelden aangewend ten behoeve van de betaling van de woningen van hem, zijn familie en zijn vrienden, en heeft hij hoge bedragen opgenomen bij geldautomaten en uitgegeven middels betaalautomaten, onder meer op diverse vakanties, waarbij gebruik werd gemaakt van rekeningen waarop nagenoeg niets anders binnenkwam dan inleggelden van leden. Tussen 1 juli 2013 en 31 december 2014 is ruim 1 miljoen euro overgeboekt naar de privéspaarrekening van medeverdachte en is ruim 8 ton euro besteed bij geld- en betaalautomaten, aan auto’s en aan vrienden en familieleden. De leden van PlanB4You waren van deze bestedingen niet op de hoogte, zo blijkt uit de verklaringen die meerdere leden hebben afgelegd, inhoudende dat zij nooit zouden hebben deelgenomen aan het concept PlanB4You en hun inleggeld hebben betaald indien zij zouden hebben geweten dat deze gelden aangewend zouden worden voor privédoeleinden.

De oplichtingsmiddelen

Gelet op het bovenstaande staat vast dat medeverdachte in strijd met de waarheid mededelingen heeft gedaan over het concept PlanB4You. De volgende vraag, die moet worden beantwoord, is of medeverdachte hierbij gebruik heeft gemaakt van één van de wettelijke oplichtingsmiddelen. Net als de officieren van justitie en de raadsvrouwen zal de rechtbank haar beoordeling beperken tot de oplichtingsmiddelen listige kunstgrepen en het samenweefsel van verdichtsels, aangezien de in de tenlastelegging verfeitelijkte gedragingen kennelijk op deze middelen betrekking hebben.

Er is sprake van listige kunstgrepen in geval van een of meer bedrieglijke handelingen, geschikt om leugenachtige voorwendsels en valse voorstellingen ingang te doen vinden en daaraan kracht bij te zetten.

Voor het antwoord op de vraag, of uit door verdachte gebezigde leugenachtige mededelingen kan worden afgeleid dat leden van PlanB4You door een samenweefsel van verdichtsels werden bewogen tot afgifte van geldbedragen, komt het aan op alle omstandigheden van het geval. Tot die omstandigheden behoren de vertrouwenwekkende aard, het aantal en de indringendheid van de geheel of gedeeltelijk onware mededelingen in hun onderlinge samenhang, de mate waarin de in het algemeen in het maatschappelijk verkeer vereiste omzichtigheid degene tot wie de mededelingen zijn gericht aanleiding had moeten geven de onwaarheid te onderkennen of zich daardoor niet te laten bedriegen en de persoonlijkheid van het slachtoffer.

Listige kunstgrepen

De rechtbank acht in het bijzonder het fingeren van de dagwinsten op de website van PlanB4You een bedrieglijke handeling, die geschikt is om het leugenachtige voorwendsel van een winstgevend concept en de valse voorstelling daarvan in rekenvoorbeelden bij leden ingang te doen vinden en daaraan kracht bij te zetten. Hetzelfde geldt voor het fingeren van een koers van de Profit Parts, terwijl de waardevermeerdering in feite werd gegenereerd op grond van een te manipuleren rekenmodel. Gelet hierop heeft medeverdachte zich bediend van listige kunstgrepen, waarbij overigens niet is bedoeld te oordelen dat deze zich hebben beperkt tot de twee hierboven weergegeven voorbeelden.

Samenweefsel van verdichtsels

Voor de beoordeling van dit oplichtingsmiddel beschouwt de rechtbank het concept PlanB4You als één geheel. Als wordt gekeken naar het totaal aan mededelingen, en dan in het bijzonder de garanties ten aanzien van te behalen rendementen, afgezet tegen de bedrijfseconomische werkelijkheid, dan kan niet anders dan worden geconcludeerd dat sprake is van een samenweefsel van verdichtsels. De wijze waarop deze mededelingen werden gepresenteerd heeft bovendien bijgedragen aan hun vertrouwenwekkende en indringende aard. Te meer nu het concept zich volgens medeverdachte nog in een opstartfase bevond, had van hem een veel grotere terughoudendheid verwacht mogen worden.

Causaal verband

Leden van PlanB4You hadden slechts de behoefte om aanvullend inkomen te verdienen, zo verklaren zij. Het voorwenden van alle bestaande dan wel aanstaande inkomsten heeft, gelet op hun motief tot deelname, bijgedragen aan het uiteindelijke besluit van leden om in te stappen. Fictie werd immers gepresenteerd als werkelijkheid met een aantrekkelijk geldelijk voordeel in het verschiet. De mededelingen hebben bovendien een dermate vertrouwenwekkende werking gehad, dat zij er bij vele leden toe hebben geleid dat zij aan het concept PlanB4You zijn blijven meedoen. Dat een enkeling heeft verklaard het concept PlanB4You te doorzien en te vermoeden dat het niet klopte, doet aan dit oordeel niet af, nu alle betalende leden van PlanB4You ten minste ten aanzien van de dagwinsten en de koersbepaling van de Profit Parts zijn voorgelogen. Dit betekent dat het overgrote deel van de leden is bewogen tot afgifte van inleggelden door een samenweefsel van verdichtsels, waar enige listige kunstgrepen als het ware onderdeel van uitmaken. Een klein deel van de leden heeft het samenweefsel van verdichtsels mogelijk doorzien, maar wordt geacht dan ten minste bewogen te zijn tot afgifte van inleggelden door listige kunstgrepen. Immers, ook een tactisch vroege deelname aan een vermoed onhoudbaar netwerk marketing concept, met de verwachting te kunnen verdienen voordat het concept omvalt, veronderstelt dat de aanbieder zich houdt aan zijn eigen spelregels.

Oogmerk bevoordeling

Nu medeverdachte heeft ontkend het oogmerk te hebben gehad om zichzelf dan wel een ander te bevoordelen, dient de rechtbank te toetsen in hoeverre zijn gedragingen naar hun uiterlijke verschijningsvorm zijn gericht op een dergelijke bevoordeling. Daarbij betrekt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden. Het concept PlanB4You is vanaf juli 2013 op de markt gepresenteerd en is in oktober 2013 van start gegaan, ondanks dat daarvoor geen bedrijfsplan op papier is uitgewerkt. Het beweerdelijke voornemen om projecten en nevenondernemingen op te zetten is nimmer gerealiseerd, ondanks dat herhaaldelijk tijdens bijeenkomsten en via de sociale media is gecommuniceerd dat dit wel het geval was. Gedurende deze gehele periode bleven de inleggelden binnenstromen. Het beschikbare startkapitaal liep al snel in de miljoenen. Ook dit royale startkapitaal heeft medeverdachte er niet toe bewogen het concept PlanB4You deugdelijk uit te werken en de aanverwante projecten en ondernemingen daadwerkelijk op te starten. medeverdachte heeft nagenoeg geen zakelijke uitgaven gedaan met de inleggelden. Daarentegen heeft hij wel veelvuldig hoge privé-uitgaven gedaan met de inleggelden van de leden. Gelet hierop zijn de gedragingen van medeverdachte er naar hun uiterlijke verschijningsvorm op gericht geweest om hemzelf en anderen te bevoordelen en had hij dus het vereiste oogmerk van bevoordeling.

Conclusie

Gelet op het bovenstaande heeft medeverdachte door listige kunstgrepen en/of een samenweefsel van verdichtsels de leden van PlanB4You bewogen tot afgifte van meerdere geldbedragen. De rechtbank komt tot een bewezenverklaring ten aanzien van ‘de leden van/deelnemers aan PlanB4You’ en aangezien de nadere specificering van bij naam genoemde leden daaronder valt, zal dit laatste onderdeel niet afzonderlijk bewezen worden verklaard. Naar het oordeel van de rechtbank laat het handelen van de verdachte zich kwalificeren als oplichting in de zin van artikel 326, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.

Feit 2: Piramidespel

Bij de beoordeling van de vraag, of de exploitatie door verdachte van het concept PlanB4You aangemerkt dient te worden als de exploitatie van een piramidespel, betrekt de rechtbank in de eerste plaats het kader uit de Wet op de Kansspelen en voorts hetgeen daarover in de parlementaire geschiedenis is overwogen.

Het toetsingskader

Artikel 1a, tweede lid, van de Wet op de Kansspelen bepaalt dat onder een piramidespel wordt verstaan ‘een gelegenheid waarbij deelnemers een goed afgeven of een verplichting aangaan teneinde daaruit een voordeel te verwerven dat geheel of ten dele afhankelijk is van de afgifte van een goed of het aangaan van een verplichting door latere deelnemers’. De kern van een piramidespel is, zo leidt de rechtbank af uit de Memorie van Toelichting, dat deelnemers moeten trachten door middel van een opschuifsysteem aan de top van een piramide te komen, en dat het opschuifsysteem zo werkt dat de deelnemers of organisatoren steeds nieuwe deelnemers werven, die vervolgens een bedrag betalen aan de deelnemer die hen heeft geworven en/of aan deelnemers of organisatoren die zich hoger in de piramide bevinden.

Gegeven deze overwegingen van de wetgever gaat de rechtbank ervan uit dat, om van een piramidespel als bedoeld in de aangehaalde wetsbepaling te kunnen spreken, de deelnemers moeten begrijpen dat het telkens werven van nieuwe deelnemers een voorwaarde is om de voorgespiegelde rendementen te blijven behalen.

Een ‘Ponzi scheme’

Gelegenheden, systemen of concepten waarbij het halen van voorgespiegelde rendementen de factoafhankelijk is van de inleg van geld door latere deelnemers, omdat de bedragen die worden uitgekeerd aan eerdere deelnemers met name worden voldaan uit de inleg van nieuwe deelnemers, terwijl de deelnemers wordt voorgespiegeld dat de hoge rendementen worden behaald met slimme investeringen, vallen niet onder het begrip piramidespel, omdat de deelnemers geen weet van hebben van het feit dat hun rendement afhankelijk is van inleg door nieuwe deelnemers. Dergelijke systemen worden aangeduid als ‘Ponzi scheme’ of ‘Ponzifraude’.

De termen ‘Piramidespel’ en ‘Ponzi scheme’ worden soms ten onrechte als inwisselbare begrippen gehanteerd. Hoewel ze overeenkomsten hebben, zijnde dat het rendement van de eerdere deelnemers afhankelijk is van de toestroom van nieuwe deelnemers en dat de eerste groep deelnemers grote rendementen kan behalen terwijl de laatste - doorgaans veel grotere - groep deelnemers het nakijken heeft, omdat er altijd een moment komt waarop er geen of nauwelijks nieuwe deelnemers bijkomen uit wiens inleg hun rendement zou moeten zijn voldaan, is het essentiële verschil dat het de deelnemers aan een piramidespel - in elk geval in enige mate - duidelijk is dat hun rendement afhankelijk is van de inleg van aan te brengen nieuwe deelnemers en geldt dat juist niet voor de deelnemers aan een ‘Ponzi scheme’.

Het concept PlanB4You

Het concept PlanB4You is in essentie een ‘Ponzi scheme’. Er is de leden voorgehouden dat er geld werd verdiend met advertenties, publiciteit, verkoop uit de webshop en projecten, en dat er dagelijks winst werd gemaakt die ook aan de leden werd uitgekeerd, terwijl van dergelijke bedrijfseconomische activiteiten en geldelijke opbrengsten geen of nauwelijks sprake was. Leden werden de facto betaald uit de inleggelden van latere leden.

De rechtbank is van oordeel dat het concept PlanB4You, nu dat als een geheel werd aangeboden, ook als een geheel moet worden beoordeeld. Hoewel de leden aanvullend rendement werd beloofd als zij nieuwe leden zouden aanbrengen, te weten via verdienmodel 3 (het ‘actief inkomen’) en verdienmodel 4 (het ‘passief inkomen’), en in die zin gelegenheid werd gegeven om, zoals artikel 1a, tweede lid, van de Wet op de Kansspelen stelt, een voordeel te verwerven dat deels afhankelijk was van de afgifte van een goed door latere deelnemers, blijkt uit de rekenvoorbeelden in het dossier dat dit aanvullende rendement in financiële zin in grote mate ondergeschikt was aan het rendement dat kon worden behaald met het klikblokje, de Brickx en de Profit Parts van het lid zelf. Het aanbrengen van nieuwe leden stond geenszins op de voorgrond. Vanuit PlanB4You is, zo volgt uit meerdere getuigenverklaringen en informatiemateriaal van PlanB4You, telkens benadrukt dat er geen verplichting bestond om nieuwe leden te werven en dat het bijbehorende verdienmodel optioneel was. Dit ondergeschikte karakter is ook bij de leden bekend. Leden spreken bovendien niet of nauwelijks over het aanbrengen van andere leden. De leden legden dan ook geen geld in in PlanB4You ‘teneinde’ een voordeel te verwerven dat afhankelijk was van de inleg door nieuwe leden, maar ‘teneinde’ geld te verdienen uit het klikblokje, de Brickx en Profit Parts, doordat hen werd voorgehouden dat PlanB4You winst maakte die aan de leden werd uitgekeerd.

Gegeven het voorgaande acht de rechtbank de toezeggingen en werking van verdienmodel 3 en 4 van dermate ondergeschikt belang, dat PlanB4You als geheel niet kan worden aangemerkt als een piramidespel als bedoeld in de Wet op de Kansspelen. Het onder 2 ten laste gelegde kan dan ook niet worden bewezen. verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

Feit 3: Witwassen

Voorwerp

De officieren van justitie hebben in hun requisitoir het volgende vermeld: ‘Bij alle verdachten is het voorwerp ten aanzien waarvan de witwashandelingen plaatsvinden een geldbedrag, en goederen als auto’s.’ Vervolgens hebben zij gerekwireerd tot een bewezenverklaring met betrekking tot alleen een geldbedrag en wordt er over auto’s niets meer opgemerkt. Gelet op de redactie van de tenlastelegging is het onderdeel met betrekking tot de auto’s subsidiair opgevoerd. Gelet hierop zal de rechtbank eerst het primair ten laste gelegde ‘een of meer geldbedrag(en) (van) (in totaal) (minstens) €3.158.061’ beoordelen.

Herkomst

De rechtbank begrijpt dat het in de tenlastelegging genoemde geldbedrag betrekking heeft op een deel van de inleggelden van de leden van PlanB4You. Gelet op hetgeen onder 4.3.2. is overwogen kan worden bewezen dat al deze inleggelden afkomstig zijn uit oplichting. De officieren van justitie hebben gesteld dat deze inleggelden mede afkomstig zijn uit het misdrijf deelname aan een piramidespel door de leden. Aangezien de rechtbank het concept PlanB4You niet kwalificeert als een piramidespel als bedoeld in de Wet op de kansspelen, wordt deze stelling verworpen.

De kwalificatie-uitsluitingsgrond

Bovenbedoelde oplichting is medegepleegd door onder anderen medeverdachte, PlanB4You B.V. en Create Commerce BVBA. Dit betekent dat voor deze verdachten sprake is van een eigen misdrijf. De verdediging van medeverdachte heeft in dit verband een beroep gedaan op recente rechtspraak van de Hoge Raad over de kwalificatie-uitsluitingsgrond. Die rechtspraak komt erop neer dat, als een verdachte een voorwerp heeft verworven of voorhanden gehad terwijl aannemelijk is dat dat voorwerp onmiddellijk afkomstig is uit een door hem zelf begaan misdrijf, uit de motivering van het oordeel, dat sprake is van witwassen, moet kunnen worden afgeleid dat de verdachte het voorwerp niet slechts heeft verworven of voorhanden heeft gehad, maar dat zijn gedragingen ook kennelijk gericht zijn geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van het voorwerp.

In dit geval hebben de verdachten de inleggelden niet slechts verworven en voorhanden gehad, maar hebben zij daarmee ook allerlei transacties verricht of laten verrichten. Er zijn bedragen geboekt van en naar rekeningen van de verdachten en van en naar rekeningen van derden, zowel in Nederland als in België. Bovendien zijn er bedragen contant opgenomen en daarmee betalingen verricht in winkels. Gelet hierop is eveneens sprake van het overdragen en omzetten van bedragen. Aangezien de tenlastelegging zich beperkt tot transacties die zijn verricht in Nederland en België, zullen de transacties die in het dossier worden beschreven als verricht buiten deze landen niet bewezen kunnen worden verklaard. Dit overdragen en omzetten heeft overigens overduidelijk niet plaatsgevonden onder omstandigheden die niet wezenlijk verschillen van gevallen waarin een verdachte, die een bepaald misdrijf heeft begaan en die daarmee de door dat misdrijf verkregen voorwerpen verwerft of voorhanden heeft, zich automatisch ook schuldig zou maken aan het witwassen van die voorwerpen. In zoverre zal het beroep op de kwalificatie-uitsluitingsgrond dan ook worden verworpen.

Op verschillende momenten is beslag gelegd op tegoeden op rekeningen van de verdachten. Van in ieder geval een deel van de inleggelden kan niet worden vastgesteld dat er voorafgaand aan dit beslag al transacties mee hebben plaatsgevonden. Dit betekent dat ten aanzien van dat deel wel sprake is van het enkel verwerven en voorhanden hebben van bedragen onmiddellijk afkomstig uit eigen misdrijf. Aangezien niet kan worden vastgesteld dat deze gedragingen ook kennelijk gericht zijn geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van deze bedragen, kunnen deze gedragingen niet als witwassen worden gekwalificeerd. In zoverre zal het beroep op de kwalificatie-uitsluitingsgrond dan ook worden gehonoreerd.

Gewoonte

Blijkens de wetsgeschiedenis is sprake van een gewoonte bij een pluraliteit van feiten die niet slechts toevallig op elkaar volgen, maar onderling in zeker verband staan, zowel voor wat betreft de objectieve aard van de feiten als voor wat betreft de subjectieve gerichtheid van de dader, zijnde de neiging van de dader om het feit steeds weer te begaan. Gelet op de wijze waarop verdachte en medeverdachten de inleggelden hebben verworven, vervolgens die gelden hebben door geboekt en besteed, alsmede de lange periode waarbinnen dit met grote regelmaat plaatsvond, is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een gewoonte.

Conclusie

Het geldbedrag, waarmee de te kwalificeren witwasgedragingen zijn verricht, kan op grond van het dossier en het verhandelde ter zitting niet exact worden vastgesteld. Wel stelt de rechtbank vast dat het ten minste 3 miljoen euro bedraagt. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het medeplegen van gewoontewitwassen van geldbedragen bewezen, zoals hierna in rubriek 5. is vermeld.

De strafbaarheid van Create Commerce ex artikel 51 van het Wetboek van Strafrecht

Feit 2

Eerder is geconcludeerd dat het onder 2 ten laste gelegde geen bewezenverklaring van een strafbare gedraging oplevert. Reeds hieruit volgt dat niet kan worden bewezen dat verdachte dit ten laste gelegde feit heeft begaan en dat hiervoor een vrijspraak moet volgen.

Feit 1 en 3

Met inachtneming van de maatstaven ter bepaling of een strafbare gedraging in redelijkheid aan een rechtspersoon kan worden toegerekend ingevolge art 51 (HR 21 oktober 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF7938 en 2016:733) overweegt de rechtbank al volgt.

Uit het overwogene volgt dat Create Commerce samen met PlanB4You B.V. dienden als vehikels voor de oplichtings- en witwasgedragingen van medeverdachte en zijn medewerkers. Zij dienen geen ander doel dan dat. medeverdachte was de feitelijke daadwerkelijke bepaler van de gang van zaken bij deze rechtspersonen en tot in detail verantwoordelijk voor en actief betrokken bij de uitvoering daarvan. De formele bestuurder (zaakvoerder) van Create Commerce was weliswaar een andere persoon, maar deze was speciaal en louter met het oog op deze hoedanigheid geworven door medeverdachte zelf, was op de hoogte van de rol van medeverdachte bij Create Commerce en had hiermee ingestemd.

Hieruit volgt dat deze strafbare gedragingen mede hebben plaatsgevonden en zijn verricht in de sfeer van deze verdachte rechtspersoon. Zij kunnen derhalve worden toegerekend aan die rechtspersoon. Uit de feitelijke gang van zaken binnen deze rechtspersoon als hiervoor is omschreven, volgt tevens dat het ten laste gelegde oogmerk op de oplichting en het opzet op het gewoontewitwassen kan worden toegerekend aan deze rechtspersoon.

Medeplegen feit 1 en 3

Uit het overwogene leidt de rechtbank af dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte rechtspersoon, PlanB4You B.V., medeverdachte en zijn medewerkers alsmede een ook daarop gericht opzet van de verdachte rechtspersoon. Dit betekent dat het onder 1 en 3 ten laste gelegde medeplegen van oplichting en gewoontewitwassen van geldbedragen kan worden bewezen. zoals hierna in rubriek 5. is vermeld.

Bewezenverklaring

  • Feit 1: medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
  • Feit 3: medeplegen van gewoontewitwassen.

Strafoplegging

Gezien de ernst van het feit zou een geldboete van aanzienlijke omvang op zijn plaats zijn. De rechtbank heeft er kennis van genomen dat Create Commerce tevens in België is vervolgd en dat aldaar beslag is gelegd op vermogensbestanddelen van Create Commerce. De rechtspersoon is inmiddels – zij het nog niet onherroepelijk – strafrechtelijk veroordeeld tot een geldboete van €540.000 en verbeurdverklaring van €346.454,26. Ook is de ontbinding van de rechtspersoon uitgesproken.

Derhalve is de rechtbank van oordeel dat oplegging van geldboete in de onderhavige zaak geen redelijk strafrechtelijk doel meer kan dienen. De rechtbank zal dan ook afzien van de oplegging van een geldboete.

Lees hier de volledige uitspraak.

 

Print Friendly and PDF ^

3,5 jaar gevangenisstraf geëist voor beleggingsfraude PlanB4you

Het Openbaar Ministerie heeft op 12 april in de rechtbank 3,5 jaar gevangenisstraf geëist tegen de directeur van PlanB4you voor oplichting van bijna 20.000 mensen die gezamenlijk bijna 5.000.000 euro hebben ingelegd. Tegen het bedrijf van de verdachte eist het OM een boete van 100.000 euro. Het onderzoek door de FIOD startte naar aanleiding van een melding van een verdachte transactie door de FIU. De directeur – een 55-jarige man uit België - zou dure auto’s hebben gekocht van een zakelijke rekening en daarnaast tonnen van de rekening hebben overgeboekt naar een eigen spaarrekening. Uit het onderzoek blijkt dat de 55-jarige man met mooie praatjes en gelikte presentaties potentiële inleggers overhaalde om geld in te leggen in het concept PlanB4you. Het OM verwijt hem oplichting, het aanbieden van een piramidespel terwijl dit in strijd is met de wet op de kansspelen, en het witwassen van de inkomsten daaruit. Uit onderzoek door de FIOD blijkt dat het geld van de inleggers anders is besteed dan beloofd. De rendementen werden betaald uit de inleg van nieuwe deelnemers. Er werd geen rendement gehaald met de ingelegde gelden.

“Het klonk te mooi om waar te zijn. Het is ook helemaal niet waar. Daar gaat het om in deze strafzaak.” Zei de officier van justitie op zitting: “Van meet af aan produceerde verdachte valse dagwinsten, volgens verdachte “gebaseerd op prognoses”, in normaal Nederlands: gebakken lucht. Verdachte verklaart dat hij alvast een dagwinst vermeldde, die hij eigenlijk nog moest realiseren. Alleen dat realiseren, dat kwam er niet van. De beloofde inkomsten van PlanB4you uit eigen bedrijven, projecten, advertenties en verkoop van producten zijn er nooit gekomen. De voorgespiegelde rendementen waren bedrog.” Het Openbaar Ministerie rekent de verdachte  de lange duur van de oplichting, de grote omvang en listigheid daarvan aan: “Met het grootste gemak is een groep mensen beroofd van hun spaargeld of oudedagsvoorziening. De verdachte heeft zich in zijn verhoren en ook later nooit uitgelaten over de gevolgen die hij heeft veroorzaakt. Integendeel: hij ging zelfs na zijn aanhouding door met het oplichten en het aanbieden van een piramidespel.”Onder deze omstandigheden is de eis van een langere gevangenisstraf in naar de mening van het Openbaar Ministerie gepast en geboden: “Niet alleen om hem de norm in te prenten dat zijn gedrag ontoelaatbaar is, maar ook als vergelding van het aan de slachtoffers toegebrachte leed.” Slachtoffers hebben bedragen tot 18.000 euro ingelegd. De officier  eiste ook openbaarmaking van het vonnis en opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis.

Op zitting werd ook een ontnemingsvordering aangekondigd. Daarnaast eist het OM  de verbeurdverklaring van alle banktegoeden en auto’s op naam van de verdachte waarop beslag is gelegd in Nederland en in België. De beslagen op de bankrekeningen van het failliete PlanB4you zijn inmiddels vrijgegeven aan de curator, om ten goede te laten komen aan de inleggers.

Bron: OM

 

Print Friendly and PDF ^

In hoger beroep 14 maanden celstraf en beroepsverbod geëist voor beleggingsfraude met teakhout

De advocaat-generaal in Leeuwarden heeft in hoger beroep 14 maanden celstraf geëist en een verbod om in de financiële sector te werken voor een periode van vijf jaar tegen een inmiddels 44-jarige man. In de visie van het OM heeft hij zich schuldig gemaakt aan beleggingsfraude met teakhout in de periode medio 2006 tot medio 2008. Volgens de advocaat-generaal pretendeerde de verdachte via een Stichting een teakhoutplantage op te zetten in Costa Rica. Hij deed dit zonder vergunning van de Autoriteit Financiële Markten. Hij haalde tien slachtoffers over hierin te investeren. Verdachte gebruikte vervolgens de ingelegde gelden voor privédoeleinden. Hij maakte nooit enig geld over naar het buitenland en verrichtte ook geen enkele feitelijke handeling die te maken had met een teakhoutplantage. Verdachte heeft met zijn strafbare handelen ruim € 540.000 verworven.

Verdachte is geheel volgens de klassieke Ponzi-methode te werk gegaan. Een methode om beleggers op te lichten door een belegging aan te bieden waarbij de uitbetaalde gelden (deels) worden gefinancierd uit de inleg van de nieuwe beleggers. Vaak biedt de oplichter daarbij een rendement aan dat niet in verhouding staat tot het voorgespiegelde risico.

De geëiste straf doet recht aan de ernst van de feiten. “Verdachte heeft de indruk gewekt dat het om een bonafide stichting ging, met professionele brochures en website om te suggereren dat de beleggers geen risico’s zouden lopen. De door de verdachte gedupeerde beleggers hebben aanzienlijke geldbedragen verloren. Het door hen ingelegde vermogen is geheel of grotendeels weggevloeid.” Verder hekelde deadvocaat-generaal het feit dat verdachte de verantwoordelijkheid voor het plegen van de feiten probeert af te schuiven op anderen. Ook is verdachte in het verleden vaker veroordeeld voor strafbare feiten en is hij recentelijk, begin februari van dit jaar, wederom veroordeeld voor oplichting van particulieren die geld hebben ingelegd voor de aankoop van appartementen in een woongebouw in Leiden.

De rechtbank Assen veroordeelde de verdachte in 2012 tot 24 maanden cel waarvan tien maanden voorwaardelijk met eenproeftijd van drie jaar. De verdachte stelde hoger beroep in.

De ontnemingszaak is aangehouden tot 29 juni a.s. met voorafgaand een schriftelijke ronde.

Uitspraak op 1 maart.

Bron: OM

 

Print Friendly and PDF ^

Beleggingsfraude: veroordeling voor oplichting als feitelijk leidinggever aan de rechtspersoon

Rechtbank Midden-Nederland 27 november 2015, Verdachte en zijn mededader hebben zich schuldig gemaakt aan het leidinggeven aan een onderneming die zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting. Aan particuliere beleggers is de mogelijkheid geboden een obligatieovereenkomst aan te gaan met bedrijf 1 ten behoeve van de realisatie van een vastgoedproject. Door tientallen beleggers zijn grote geldbedragen ingelegd. Er zijn miljoenen euro’s aangetrokken zonder dat er sprake was van de gestelde zekerheden. Slechts een klein deel van de ingelegde gelden is overeenkomstig de bestemming daarvan daadwerkelijk geïnvesteerd. Van meet af aan zijn beleggers onwaarheden voorgespiegeld.

Bij de strafoplegging wordt meegewogen dat verdachte niet eerder is veroordeeld. Verder is niet gebleken dat sprake is geweest van zelfverrijking. De overgeboekte gelden zijn niet naar verdachten in privé gegaan. Ook wordt niet bewezen geacht dat vanaf het begin af aan sprake is geweest van een vooropgezet plan enkel om gelden weg te sluizen. Ook weegt de rechtbank mee dat door beleggers bewust is gekozen voor een belegging met een hoog rendement en daarmee een hoger risico.

Geldigheid van de dagvaarding

Oplichting

De raadsman heeft aangevoerd dat ten aanzien van de oplichting de ten laste gelegde onderdelen “en/of andere personen”, “en/of in totaal 10.069.560 euro (D-091)” en “en/of in elk geval enig goed” de door de wet vereiste duidelijkheid en bepaaldheid ontberen. De dagvaarding is op dit punt onvoldoende feitelijk en moet (partieel) nietig verklaard worden.

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de tenlastelegging in combinatie met het dossier voldoende duidelijk is. In de tenlastelegging staat een aantal met naam genoemde personen. Met de zinsnede “en/of andere personen” wordt verwezen naar de andere beleggers, zoals opgenomen in het dossier. Voldoende duidelijk is om welke beleggers het gaat.

Naar het oordeel van de rechtbank is de tenlastelegging in combinatie met de inhoud van het dossier, met name document D-091, voldoende duidelijk. Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij in de genoemde periode een zevental met naam genoemde beleggers en/of anderen heeft bewogen tot afgifte van gelden. In de tenlastelegging wordt verwezen naar document D-091. Dit betreft een overzicht van de obligatiehouders die hebben ingelegd in bedrijf 1. Voor de verdediging heeft het dan ook duidelijk kunnen zijn waarop wordt gedoeld met “en/of anderen” en waartegen zij zich concreet dient te verweren. De rechtbank verwerpt het verweer en stelt vast dat de dagvaarding ter zake van de oplichting geldig is.

Verduistering

De raadsman heeft ook aangevoerd dat de dagvaarding ten aanzien van de cumulatief/alternatief ten laste gelegde verduistering nietig is. Ten eerste sluit enige bewezenverklaring van oplichting de cumulatief/alternatief ten laste gelegde verduistering uit. Gelet hierop is de dagvaarding innerlijk tegenstrijdig. Ten tweede is onvoldoende feitelijk weergegeven welke bedragen van bedrijf 1 zijn verduisterd en waaruit deze verduisteringshandeling precies bestond. Uit de documenten waarnaar is verwezen in de dagvaarding blijkt niet het genoemde totaalbedrag. De uitleg van de officier van justitie hieromtrent bij repliek is te laat. Indien de rechtbank de dagvaarding met deze nadere uitleg voldoende duidelijk vindt, verzoekt de verdediging aanhouding van de behandeling van de zaak en verwijzing naar de rechter-commissaris voor het horen van nadere getuigen op dit punt. Concluderend voldoet de dagvaarding ter zake van de verduistering niet aan de eisen van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering hetgeen tot nietigheid moet leiden.

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de alternatieve tenlastelegging geen innerlijke tegenstrijdigheid oplevert. De keuze tussen oplichting en/of verduistering is aan de rechtbank voorgelegd. Indien wordt gekomen tot uitsplitsing van de ten laste gelegde periode kan ook tot een bewezenverklaring van beide verdenkingen gekomen worden.

De berekening van het verduisterde totaalbedrag blijkt uit de in de tenlastelegging genoemde documenten. Het gaat hierbij om rechtstreekse overboekingen van bedrijf 1 naar bedrijf 2, bedrijf verdachte, bedrijf 4, bedrijf 5 en bedrijf 6 waarbij geen betalingskenmerk of factuurnummer is vermeld. Bij repliek heeft de officier van justitie kopieën van deze documenten overgelegd met daarop de betreffende overboekingen gemarkeerd, waarbij tot een totaalbedrag van € 6.647.229 wordt gekomen, conform het in de tenlastelegging genoemde bedrag.

De rechtbank overweegt dat bij de uitleg van de bepalingen van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering voorop staat dat de tenlastelegging voor alle partijen -de verdachte, het Openbaar Ministerie en de rechtbank- begrijpelijk moet zijn. De verdachte moet zich op basis van de tenlastelegging goed kunnen verdedigen. Verder overweegt zij dat een tenlastelegging innerlijk tegenstrijdig is als daarin naast elkaar twee mogelijkheden worden gepresenteerd die niet naast elkaar verenigbaar zijn.

Vooropgesteld wordt het dat het Openbaar Ministerie de vrijheid heeft om te kiezen voor een alternatieve tenlastelegging. In combinatie met de inhoud van het dossier moet het dan voldoende duidelijk zijn welke verwijten de verdachte gemaakt worden. Of in een concreet geval sprake zal zijn van oplichting en/of verduistering zal bij de inhoudelijke beoordeling aan de orde moeten komen. De rechtbank is van oordeel dat de tenlastelegging geen innerlijke tegenstrijdigheid bevat en verwerpt het verweer in zoverre.

Met de verdediging is de rechtbank wel van oordeel dat de dagvaarding ten aanzien van het in de tenlastelegging opgenomen verduisterde totaalbedrag onvoldoende duidelijk is. Uit de genoemde documenten is niet zonder meer af te leiden welke van de hier vermelde bedragen in de berekening zijn meegenomen. Dat de officier van justitie hier bij repliek duidelijkheid over heeft verschaft, maakt dit niet anders nu de verdediging geen mogelijkheid heeft gehad om zich hier concreet op voor te bereiden. Van de verdachte kon in deze omstandigheden niet worden verwacht dat hij zich ten aanzien hiervan op adequate wijze kon verdedigen.

De dagvaarding voldoet ter zake van de ten laste gelegde verduistering dan ook niet aan de eisen gesteld in artikel 261 Sv en zal ten aanzien van dit onderdeel partieel nietig worden verklaard. Het voorwaardelijk verzoek van de raadsman behoeft dan ook geen bespreking.

De rechtbank verklaart de dagvaarding voor het overige geldig, zodat deze inhoudelijk kan worden beoordeeld.

Ontvankelijkheid van de officier van justitie

De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de publicatie van het doen van aangifte door de AFM een punitief karakter heeft waardoor de zaak reeds was afgedaan. Het stond het Openbaar Ministerie daarna niet meer vrij om verdachte stafrechtelijk te vervolgen. Het Openbaar Ministerie dient niet ontvankelijk verklaard te worden.

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen reden is om het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk te verklaren. Het doen van aangifte en het publiceren hieromtrent behoort tot de mogelijkheden van de AFM. Het publiceren van het doen van aangifte is niet onrechtmatig en evenmin een punitieve sanctie. De officier van justitie verwijst hierbij naar het Convenant ter voorkoming van ongeoorloofde samenloop van bestuurlijke en strafrechtelijke sancties. De eerste aangifte van de AFM is ook niet de start van het strafrechtelijk onderzoek geweest.

De rechtbank is van oordeel dat de publicatie van het doen van aangifte door de AFM enkel een feitelijke handeling en geen bestuursrechtelijke sanctie of besluit betreft. Deze handeling is niet punitief van aard -hoezeer dit ook door ondernemers anders ervaren kan worden- en staat dan ook niet aan strafvervolging door of de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de weg.

De rechtbank verwerpt het verweer en stelt vast dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging.

Het standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft gevorderd de oplichting, ten laste gelegd onder het eerste alternatief, wettig en overtuigend bewezen te verklaren. Verdachte is als feitelijk leidinggever verantwoordelijk voor dit misdrijf, gepleegd door bedrijf 1, gedurende de gehele ten laste gelegde periode. De officier van justitie heeft gevorderd verdachte vrij te spreken van de verduistering, ten laste gelegd onder het tweede alternatief.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Verdachte heeft geen oogmerk gehad op wederrechtelijke bevoordeling, ook was bij verdachte geen sprake van noodzakelijkheidsbewustzijn. De in de dagvaarding genoemde feitelijkheden (oplichtingsmiddelen) kunnen geen samenweefsel van verdichtsels of listige kunstgrepen opleveren, omdat dit op het moment van het sluiten van de obligatieovereenkomsten geen leugens waren. Daarnaast is het causale verband tussen de oplichtingsmiddelen en het afgeven van de gelden door de beleggers onvoldoende bewezen.

Beoordeling rechtbank

Aan de hand van voornoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank het volgende vast.

Potentiële beleggers zijn middels (advertenties op) het internet, de radio en televisie benaderd voor het aangaan van obligatieovereenkomsten met betrekking tot bedrijf 1. Bij getoonde interesse werd door medewerkers van bedrijf 1 vervolgens de brochure toegestuurd en telefonisch contact opgenomen met beleggers. De brochure had als doel het informeren van beleggers over het project, de financiële vooruitzichten van bedrijf 1 en de kenmerken van de uit te geven obligaties. Verdachte is betrokken geweest bij het opstellen van de inhoud van de brochure.

In deze brochure zijn onwaarheden opgenomen. Uit de bankafschriften van bedrijf 1 volgt dat grote geldbedragen direct en indirect zijn overgeboekt naar bedrijf 4, bedrijf 5 en bedrijf 6. De voorwending dat gelden niet konden worden aangewend voor andere afkorting bedrijven verdachte en medeverdachten projecten was reeds vanaf het begin van de emissie van obligaties onjuist. Deze mogelijkheid bestond wel en dit is in strijd met de verstrekte informatie ook meermalen gebeurd. Uit de inhoud van het dossier noch het verhandelde ter zitting blijkt enige aanwijzing dat sprake is geweest van een depotregeling ten aanzien van het saldo van bedrijf 1, ondanks de vermelding hiervan in de brochure. Deze door bedrijf 1 voorgewende zekerheden hebben vanaf de aanvang van de verkoop van obligaties niet bestaan, de onjuistheid hiervan was vanaf november 2007 al bekend.

Evenmin zijn de ingelegde gelden geïnvesteerd in het project naam project 3, is een hypothecaire zekerheid gevestigd of kon gesproken worden over eerder succes van naam project 1. Blijkens de e-mail van de registeraccountant was het zeker vanaf juli 2008 -en mogelijk ook eerder- bekend dat de ontvangen gelden van de beleggers niet alleen geïnvesteerd zijn in het naam project 3 project. Dit is in strijd met de kostenberekening zoals opgenomen in de brochure. De stelling dat de levering van de grond zo spoedig mogelijk na ontvangst van voldoende gelden zou plaatsvinden is ook onwaar geweest. Ook als dit het voornemen was bij de aanvang van de emissie, is gebleken dat in ieder geval vanaf juni 2008 voldoende gelden beschikbaar waren voor het voldoen van de koopsom, maar dat de grond desondanks niet is aangekocht, waardoor geen vestiging van een hypothecaire zekerheid heeft kunnen plaatsvinden. Ten slotte het “succes” van naam project 1. Wat er ook zij van de versluierende bewoordingen in de brochure met betrekking tot het succes van naam project 1, is de onjuistheid hiervan tenminste vanaf het moment dat gelden uit bedrijf 1 naar naam project 1 werden overgeboekt vast komen te staan. Het eerdere project was blijkbaar niet afgerond en zeker niet succesvol, nu nog meer geld nodig bleek te zijn. Gebleken is dat zeker vanaf juli 2008 -en mogelijk ook eerder- gelden van bedrijf 1 naar naam project 1 zijn gegaan. Ook de onwaarheid van deze gestelde zekerheden is in ieder geval vanaf juli 2008 bekend geweest. Niettemin is doorgegaan met de emissie van obligaties door bedrijf 1, zonder de brochure aan te passen of hieromtrent op andere wijze correcte informatie te verschaffen aan potentiële beleggers.

Beleggers zijn door de verstrekte onjuiste informatie bewogen tot het inleggen van gelden. De voorgehouden zekerheden zijn essentieel voor het door de inleggers maken van een risico inschatting. Bij een juiste voorstelling van zaken zouden zij niet tot inleg zijn overgegaan. Het is immers een feit van algemene bekendheid dat mensen die geïnteresseerd zijn in het beleggen van hun gelden zich -alvorens daartoe over te gaan- (direct of indirect) laten informeren en op basis van die informatie een risico inschatting maken. Dit geldt ook ten aanzien van de niet als getuige gehoorde beleggers die in het overzicht van D-091 zijn opgenomen. Ook deze beleggers kunnen niet anders dan door de informatie die aan hen is verstrekt zijn overgegaan tot het sluiten van een obligatieovereenkomst met bedrijf 1 en het inleggen van gelden. De rechtbank acht het niet noodzakelijk om alle beleggers te horen als getuigen en wijst het voorwaardelijk verzoek van de raadsman hiertoe af.

Ten onrechte is voorafgaand aan het aangaan van de obligatieovereenkomst de indruk gewekt dat de ingelegde gelden zouden worden aangewend ten behoeve van het genoemde project en onder de garantie van de gestelde zekerheden. Beleggers werden aangetrokken op basis van een valse voorstelling van zaken. Dat sprake was van wederrechtelijke bevoordeling door de B.V. en dat haar oogmerk hierop gericht was volgt uit het feit dat de beleggers door misleiding werden bewogen tot afgifte van gelden ten gunste van bedrijf 1 onder omstandigheden waarvoor ze niet hadden gekozen. Daarin is in dit geval (het oogmerk op) de wederrechtelijke bevoordeling gelegen.

De rechtbank is van oordeel dat verdachte feitelijk leiding heeft gegeven aan de oplichting door bedrijf 1, die zich met het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling heeft bediend van een samenweefsel van verdichtsels door in strijd met de waarheid (onder andere middels de brochure) voornoemde zekerheden aan beleggers voor te spiegelen, wetende dat deze onjuist waren.

Bewezenverklaring

Oplichting, meermalen gepleegd, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij, verdachte, daaraan telkens feitelijk leiding heeft gegeven.

Strafoplegging

De rechtbank veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 18 maanden.

Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank in het voordeel van verdachte laten meewegen dat hij niet eerder is veroordeeld. Uit de inhoud van het dossier en het verhandelde ter zitting is verder niet gebleken dat sprake is geweest van zelfverrijking. De overgeboekte gelden zijn niet naar verdachten in privé gegaan. Ook wordt niet bewezen geacht dat vanaf het begin af aan sprake is geweest van een vooropgezet plan enkel om gelden weg te sluizen. Uit het handelen van verdachten blijkt immers dat wel degelijk de bedoeling heeft bestaan het project naam project 3 te realiseren. Ook weegt de rechtbank mee dat door beleggers bewust is gekozen voor een belegging met een hoog rendement en daarmee een hoger risico. Verdachten dienen echter wel verantwoordelijk te worden gehouden voor hun onverantwoorde handelen met andermans geld, zonder dat dit met de benodigde en toegezegde zekerheden was ingekleed.

Lees hier de volledige uitspraak.

 

Print Friendly and PDF ^

Ponzi scheme: The Dutch Supreme Court on the special duty of care of banks towards third parties

The Italian American Charles Ponzi (1882-1949) became famous for his ingenious way of supposedly providing investment services and making good money out of it. The ‘trick’ was to promise investors a very high return and then, instead of actually investing their money, paying out using the incoming funds contributed by subsequent investors. Although this ‘Ponzi scheme’ was named after Charles Ponzi, this fraudulent activity has a longer history. Montague Tipp, a character in Dickens’ novel Martin Chuzzlewit (1844) already ran a similar scheme. Recently, a Ponzi scheme again became world news through the fraudulent activities of Bernard Madoff. Our small country has also produced a similar swindler: Mr. Van den Berg. In 2006 a Dutch court sentenced Van den Berg to a term of imprisonment of five years for (among other things) committing fraud.

Lees verder:

 

Print Friendly and PDF ^