Advocaat treinkaping De Punt niet vervolgd

De advocaat tegen wie door een aantal (voormalig) mariniers aangifte is gedaan wegens smaad, laster en belediging wordt definitief niet vervolgd. Dat heeft de beklagkamer van het gerechtshof Amsterdam beslist. De advocaat trad in een civielrechtelijke procedure tegen de Staat op namens de nabestaanden van 2 kapers bij die bij de beëindiging van de treinkaping bij De Punt in 1977 zijn omgekomen. De mariniers deden aangifte tegen de advocaat naar aanleiding van een drietal uitlatingen die in de media zijn verschenen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Geslaagd art. 12 Sv beklag tegen bestuurder beleggingsfondsen: vervolging bevolen voor valsheid, verduistering en oplichting

Gerechtshof Amsterdam 20 april 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:1228

Naar aanleiding van klagers aangifte heeft er geen politieonderzoek plaatsgevonden, omdat klager volgens de officier van justitie nog civielrechtelijke mogelijkheden had en omdat er schaarse opsporingscapaciteit is bij de financiële recherche.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conclusie AG over de aan de schadevergoedingsmaatregel verbonden vervangende hechtenis

Parket bij de Hoge Raad 12 mei 2020, ECLI:NL:PHR:2020:454

Bij de Wet Usb is art. 36f Sr gewijzigd, in die zin dat bij de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel thans ingevolge art. 36f lid 5 Sr bij niet-betaling gijzeling kan worden toegepast in plaats van vervangende hechtenis (art. 36f lid 8 (oud) Sr). Volgens de overgangsbepalingen van de Invoeringswet Usb heeft de wijziging van art. 36f Sr geen gevolgen voor de toepassing van een vervangende hechtenis die door de rechter is opgelegd vóór het tijdstip waarop de wijziging van dit artikel in werking treedt, dus voor 1 januari 2020.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR over bevoegdheid HR om te oordelen over cassatiemiddel van BP indien verdachte zijn cassatieberoep heeft beperkt (zich niet richtend tegen beslissingen op vordering BP)

Hoge Raad 12 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:837

De beperking van het cassatieberoep door de verdachte of het openbaar ministerie doet niet af aan de bevoegdheid van de benadeelde partij om op grond van artikel 437 lid 3 Sv een schriftuur inzake een rechtspunt over haar vordering te doen indienen en de bevoegdheid van de Hoge Raad om die schriftuur te beoordelen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Rechter dient, bij gevoegde BP, in zijn uitspraak tevens te beslissen over door BP en verdachte gemaakte kosten

Hoge Raad 21 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:762

Op grond van artikel 592a (oud) Sv (vanaf 1 januari 2020: artikel 532 Sv) dient de rechter, indien zich een benadeelde partij in het geding heeft gevoegd, in zijn uitspraak tevens te beslissen over de kosten door de benadeelde partij en de verdachte gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken. Op grond van artikel 361 lid 6 Sv dient deze beslissing in de uitspraak te worden opgenomen. Aangezien zodanige beslissing in de uitspraak van het hof niet voorkomt, is het cassatiemiddel gegrond.

Read More
Print Friendly and PDF ^