Verdachte rechtspersoon opgericht naar recht van Guernsey kan zich door te zijn ‘struck-off’ niet verdedigen waardoor OM niet-ontvankelijk wordt verklaard in vervolging

Rechtbank Overijssel 1 februari 2024, ECLI:NL:RBOVE:2024:746

De rechtbank verklaart het OM niet-ontvankelijk in de vervolging van verdachte en verklaart de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen. De verdachte was ten laste gelegd dat hij zich schuldig had gemaakt van het plegen van valsheid in geschrift. De rechtbank zag zich voor de vraag gesteld of tegen verdachte een strafrechtelijke vervolging kan worden gestart. De rechtbank overweegt dat verdachte is opgericht, en gevestigd, op Guernsey. Verdachte valt dan ook onder het recht van Guernsey, nader uitgewerkt en beschreven in de Companies Act 2006. Per 4 augustus 2022 is verdachte uitgeschreven uit het handelsregister. Naar het recht van plaats wordt dit benoemd met de term ‘struck-off’. Een rechtspersoon die ‘struck off’ is mag zich niet in een gerechtelijke procedure verdedigen. Nu aan het vereiste dat een (rechts)persoon zich moet kunnen verdedigen op dit moment niet kan worden voldaan, kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dan dat verdachte niet vervolgd kan worden. Zij zal het Openbaar Ministerie om deze reden dan ook niet-ontvankelijk verklaren in de vervolging.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Procesafspraken gemaakt in fiscale strafzaak

Rechtbank Overijssel 12 februari 2024, ECLI:NL:RBOVE:2024:699

Verdachte heeft haar bedrijfsadministratie op geraffineerde wijze valselijk opgemaakt door daarin 1.067 valse of vervalste facturen op te nemen en met gebruikmaking van die facturen aangifte omzetbelasting heeft gedaan. Daarmee heeft verdachte zich eveneens schuldig gemaakt aan belastingfraude door het over veertien kwartalen doen van onjuiste aangiften voor de omzetbelasting. De rechtbank ziet na het afwegen van alle belangen voldoende aanleiding om conform het afdoeningsvoorstel een geldboete van € 15.000 op te leggen. Daarbij heeft de rechtbank meegewogen dat de naheffingsaanslag inmiddels geheel is voldaan waardoor het belastingnadeel teniet is gedaan.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: De rol van de belastingrechter bij de bestrijding van belastingontwijking

Op 14 november 2023 werd in Nieuwspoort het WFR Fiscaal Café gehouden. Het thema van de middag was de rol van de belastingrechter bij de bestrijding van belastingontwijking. De bijeenkomst werd geopend door Allard Lubbers. Coen Maas, een van de twee inleiders, heeft in het FED geconstateerd dat de bestrijding van belastingontwijking van oudsher in belangrijke mate een kwestie van rechtersrecht is: het komt vaak aan op de uitleg van de relevante wetsbepalingen door de rechter en de toepassing van het door de rechter ontwikkelde leerstuk fraus legis. Het onderwerp is daarom relevant. Lubbers wees erop dat naar aanleiding van de bijeenkomst twee artikelen in het WFR verschijnen, een artikel van Coen Maas en een artikel van Wendy Nent en Lubbers zelf.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Het una via-beginsel: enkele beschouwingen om op het (rechte) pad te blijven!

Het una via-beginsel staat al enige tijd in de (fiscale) schijnwerpers. Het beginsel draagt bij aan het voorkomen van ongeoorloofde samenloop tussen het fiscale boeterecht en het fiscale strafrecht. Verschillende aspecten van het una via-beginsel zijn in de afgelopen jaren in de vakliteratuur ter discussie gesteld. In deze bijdrage zoomen wij in op twee aspecten van het una via-beginsel, te weten ‘hetzelfde feit’ en ‘dezelfde persoon’.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Op kosten van (on)gelijk: de proceskostenvergoeding in fiscale (boete)zaken nader bekeken

Zowel in het algemeen bestuursrecht als in het fiscale recht is het gebruikelijk dat een belanghebbende of belastingplichtige die bezwaar maakt (art. 7:15 Awb) of beroep instelt bij de rechtbank (art. 8:75 Awb) in aanmerking kan komen voor vergoeding van (voor door een derde verleende rechtsbijstand gemaakte) kosten van de bezwaar- of beroepsprocedure. Een dergelijke kostenvergoeding wordt – kort gezegd – toegekend op het moment dat het bezwaar of beroep van de belastingplichtige gegrond wordt verklaard en het bestreden besluit, zoals een belastingaanslag, wordt herroepen als gevolg van een aan de Belastingdienst te wijten onrechtmatigheid. In beginsel is bij een dergelijke proceskostenvergoeding sprake van een ‘forfaitaire’ vergoeding, gebaseerd op een puntensysteem. Slechts in uitzonderlijke gevallen is het in het bestuursrecht of fiscale recht mogelijk een zogenoemde ‘integrale’ proceskostenvergoeding te krijgen.

Read More
Print Friendly and PDF ^